447 gel deze reden bestaat, dat miliciens, die gedurende hun groot verlof niet schieten, blijken moeten geven het geleerde nog te kennen. Maar in Indië schiet de man niet in December en Januari en wil men ook niet in November; dus hoogstens gedurende drie maanden. En dan zou men gedurende die maanden de scherpschutters en de lc klasse ook nog wel eenige oefeningen kunnen doen houden; maar terugstelling is ontmoedigend. Doch bovendien, heeft de samensteller van dit Voorschrift er wel aan gedacht, dat den compagniescommandant toch eene ruime be voegdheid gelaten is in het bepaalde op pagina 91, de 7e alinea van boven Dit alles zou moesten wij het reglement herzien onze aan dacht trekken, om voorstellen tot wijziging te doen. Het prijsschieten zou ook wel eenige wijziging kunnen ondergaan. Wellicht zullen wij later hierop nog wel terugkomen. Doch we bepalen ons nu tot deze opmerking, dat hij, die gedurende een geheel schietseizoen pcts-gewijze de meeste treffers heeft, toch moet gesteld worden boven hem, die op den dag van het prijsschieten gelukkig ishoewel anders minder goed schutter. Meer zoogenaamde kleine premiën verdienen o. i. de voorkeur en wij hebben er ons altijd goed bij bevonden, aan de schutters 3° kl., (recruten), enkel eene premie toe te kennen, wanneer zij met 5 pa tronen overschoten en indien zij overgingen in de 2e klasse. Daar door konden de schutters le klasse en de scherpschutters, op een dag dat zij goed schoten, eene premie van eenige beteekenis ontvangen. Dat werkte goed. Zoo ook gaven wij aan de geheele compagnie b. v. een extra-oorlam, wanneer zij, bij het vuur in gesloten of verspreide orde, een zeker pet.b. v. 75 treffers had. Nog ten slotte een kort woord. De algemeen bekende aanteekenboekjes zouden gevoeglijk kunnen worden opgenomen in de 6e Afdeeling Registers en Staten en het Register eenige vereenvoudiging kunnen ondergaan en wel deze 1°. Den index zouden wij gaarne alphabetisch zien ingerichtwat, vooral bij de vele mutatiën, het zoeken veel gemakkelijker maakt. 2°. Het teeken van overgang op eenen volgenden afstand dient tot niets, maar is een doorn in het oog van ieder officier, die

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 458