EEN EN ANDER BETREFFENDE HET DUEL. In betrekkelijk lang vervlogen tijden bestonden er beschreven wetten, die de regelen omtrent het tweegevecht bepaalden en straffen voorschreven bij provocatiemanslag of verwonding. Het is ons voornemen, om de in verschillende tijdperken deswege geordonneerde bepalingen in ons opstel een weinig van naderbij te bezien en met onze beschouwingen in tijdsorde op te klimmen tot de meeningen dienaangaande van het thans levende geslacht. Uit een zuiver rechtskundig oogpunt, uit het oogpunt van wetgeving beschouwd was het duel in oorsprong en eerste geboorteeene wet tige daad. Golden in het eerste tijdperk der geschiedenis van de tegen woordige volkerenals middelen van bewijs in rechtende zooge naamde Godsgerichten en de beproevingen door vuur en water tengevolge van het ridderlijk karakter dier tijden kwam allengskens in toenemende mate de beproeving door het gevecht in zwang, het zoogenaamde gerechtelijk duel. Terwijl de Vorsten soms door hunne tegenwoordigheid of benoe ming van kamprechters de meest-mogelijke pracht en luister daaraan poogden bij te zettenwerd het niet alleen voor edellieden en offi cieren, maar ook voor ongeadelden meer en meer gebruikelijk, om hunne onderlinge veeten en geschillen met de wapens te beslechten. Intusschen mochten de gerechtelijke duels slechts in daartoe aan gewezen steden worden gehoudenwelke als het ware daarmede waren geprivilegieerd. Zoo waren in België o. a. Brugge en Valen ciennes; in Holland onder het stadhouderschap Leiden, Delft, Den Haag en Haarlem (1) daartoe aangewezen. (1) Te Haarlemwaar de voornaamste kampplaats was, had de Stadhouder het ambt van Kreit-Waarder (Inspecteur des Duels) aan het geslacht der Wassenaars opgedragen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 460