cordonnier. Quant a luyil remonta froidement a cheval et se retirct le pas en la grande écurie du rog, comme s'il n'eut rien veu. De jonge baron De Luz zendt daarop eene uitdaging aan den man, die zijn vader op straat had overhoop gestoken, zóó beleefd, zóó hoofsch, dat de meest-kalme mensch van het tegenwoordige geslacht er kippenvel van zoude krijgen. „Monseigneur," zoo luidt de uitrioodiging, „nul ne peut être plus fidéle temoin du juste subject de ma douleur, que vous mesme. (Test pourquoi, Monseigneur, je vous supplie très-humblement de pardonner a mon ressentiment, si je vous couvie par ce billet a me faire tant d'honneur de me voir l'espée a la main, pour tirer raison de la mort de mon père. L'estime, que je fais de vostre courage, me fait espérer, que vous ne mettrez pas en avant vostre qualité, pour éviter une action, oü vostre honneur vous oblige. Ce gentilhomrne vous rnènera au lieu, oü je suis, avec uu bon cheval et deux espées, desquelles vous aurez le choix. Et s'il ne vous est agréable, j'irai partout oü vous me commanderez. Het gevolg dezer uitnoodiging is, dat de ridder De Guise zich haastig kleedt, met den carteldrager medegaat en binnen een paar minuten ook den zoon naar de andere wereld doet verhuizen. Haast de gerechtelijke duels, welke wij met de daarbij plaats hebbende ceremoniën hiervoren beschreven, bestonden dus ook nog de zoodanige (als tusschen de Iieeren De Guise en De Luz) welke, zonder eenigen vorm hoegenaamd, eenvoudig op straat werden uitgemaakt. De toenmalige le Luitenant A. W. P. Weitzel vermeldt in den Militairen Spectator van het jaar 1843 nog daaromtrent, dat in de eerste dagen van Maart 1626, de koets van den kardinaal De Richelieu door een hoop volks op de brug van Hotre-Dame tegengehouden werd; dat die nieuwsgierige menigte eenvoudig toeschouwers waren van een duel tusschen twee edellieden en dat ter zake van dit feit, nog in hetzelfde jaar, koning Lodewijk XIII een edict uitvaardigde, om de duellomanie te keer te gaan. (1) (1) In Marion (le Lorme, het bekende drama van Victor Hugo, lezen wij daaromtrent:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 466