463 De Engelsche wetgeving zwijgt evenals de Fransche over het duel de Britsche jury is evenwel den meesten tijd afkeerig, den doodslag als gewonen moord te straffen. (1) In Nederland eindelijk is tot op den huidigen dag almede geene Wet, die den gewonen moordenaar van den duellist-doodslager on derscheidt, doch men heeft een zoodanige Wet en portefeuilleom ze zoodra doenlijk in te voeren. Yolgens deze zal worden gestraft: (2) met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden 1°. hij, die iemand tot eene uitdaging tot tweegevecht of tot het aannemen van eene uitdaging aanzet, indien daarop een tweegevecht volgt; 2°. hij, die opzettelijk eene uitdaging overbrengt, indien daarop een tweegevecht volgt met gevangenisstraf van ten hoogste vier maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden, hij, die iemand in het openbaar of in tegenwoordigheid van derden verwijtingen doet of hem aan bespotting prijs geeft, omdat hij niet tot tweegevecht heeft uitgedaagd of omdat hij eene uitdaging heeft afgewezen. Alverder is bij dezelfde Wet bepaald: Tweegevecht wordt ten aanzien van hem, die zijne tegenpartij geen lichamelijk letsel toebrengt, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden. Hij, die zijne tegenpartij eenig lichamelijk letsel toebrengt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar. Hij, die zijne tegenpartij zwaar lichamelijk letsel toebrengt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren. Hij, die zijne tegenpartij van het leven berooft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of, indien het tweegevecht op leven en dood was aangegaan, met gevangenisstraf van ten hoog ste twaalf jaren. Poging tot tweegevecht is niet strafbaar. Op hem, die in een tweegevecht zijne tegenpartij van het leven (1) Overgenomen uit den Militairen Spectator, jaargang 1860, van het opstel van den kapitein Gevers Leuven, getiteld: „De Wet en het Duel". (2) Zie Wetboek van Strafrecht, bewerkt door G. J, W. Koolemans Beijnen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 474