470 Het zou niet mogelijk zijn, de werving voor het Indische Leger met de zelfde zorg te doen plaats hehben, vooral niet wat het Europeesch element betreft; doch dit is geen reden om in een tegenovergesteld uiterste te vervallen. Wat een last heeft men in Indië niet gehad van b. v. gewezen sigarenmakers en hoe luttel weinig waren hunne diensten. Ieder officier, die met de soldaten van het Indische Leger in aanraking kwam, zal erkennen, dat de Romeinen volkomen gelijk hadden om het koren van het kaf te zuiveren. Wanneer dat bij de werving voor ons Leger beter in acht genomen kon worden, zouden de hospitalen en de gevangenissen ruimte krijgen en de geneeskundige dienst en de krijgsraden vacantie nemen. Dit is misschien wat overdreven voorgesteld, doch zeker is het, dat heel wat tijd en arbeid gevorderd worden van het offi cierskorps om het Leger te zuiveren van elementen, welke door een gebrekkig stelsel van aanwerven in het Leger worden opgenomen. Die krachten en die tijd konden heel wat beter besteed worden, want er is bij het Indische Leger nog zeer veel te doen. En het is niet onwaarschijnlijk, dat bij slot van rekening de werving er mede gebaat zou zijn, wanneer door het weren van ongeschikten en minder-waardigen aan den Indischen soldaat een hooger relief kon worden gegeven. Doch, hoe dit ook zijn moge, wij herhalen, dat de volledige toepassing der Romeïnsche beginselen bij de werving van Europeanen niet mogelijk is. Een ander geval is het echter met de Inlandsche werving. Het grootste deel van ons Leger bestaat uit Inlanders en een krachtig Indisch Leger is niet denkbaar zonder een gezond stelsel van aanwerving van Inlandsche soldaten. Hierbij doen zich tal van andere moeilijkheden voor, doch daar staat tegenover dat de keuze ruimer is. Volgens onze meening behoeft de Inlandsche werving eene principieele verandering in Romeinschen geest, en zeer zeker verdient het denkbeeld om knapen aan te werven en tot soldaat op te leiden alle overweging. Doch het springt dadelijk in het oog, dat de verwezenlijking van dit denkbeeld zou moeten worden voorafgegaan door eene reorganisatie van de militaire instellingen van het Leger. En hiermede zijn we aangeland bij de quaestie van reorganisatie van het Leger, en tegelijkertijd gestrand op de rotsen van het behoud der civiele bureaucratie, waardoor het Indische Leger wordt omvat en vleugellam gehouden. T. Zie Indische Gids1883, Aug. De Hadüreesche hulptroepen bij het In- dische Leger.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 481