477 tribune en 1837. „II y a, disais-je, entre le système des occupations „multipliées et le système de mobilité, la différence qui existe entre la portee du fusil et la portee des jambes. Le fusil ne commande qu'a „deux ou trois cents mètres; les jambes commandent dans un rayon de „quarante a cinquante lieues." Het stelsel van geconcentreerde garnizoenen kan dus qua stelsel op goede gronden worden verdedigd. Docli eene andere vraag is het of thans het geschikte oogenblik gekomen is, om het in Atjeh in te voeren. De beslissing in deze en dergelijke ingrijpende maatregelen moet geheel worden overgelaten aan de machthebbenden in Atjeh zelf. In het algemeen zijn het de officieren in Atjeh, die hier van hun advies moeten dienen. Daarom deed het ons genoegen, in de Augustus-afleveriug van het Tijdschrift voor Nederlundsch-Indiê een artikel in dien geest aan te treffen van de hand van den Heer Heldring, le Luitenant, te Kota-Radja in garnizoen. Dat artikel heeft o. m. de strekking om het wenschelijke aan te toonen der geconcentreerde kampementen. Wij zijn niet bevoegd het betoog van den Heer Heldring te beoordeelen, doch wij achten het een gelukkig verschijnsel, dat deze officier het middel heeft aangegrepen, dat voor het Indische Leger iets meer dan de grashalm van den drenkeling is. Het vrijmoedig neerschrijven van zijn innige overtuiging, het langs wetenschappelijken weg bespreken van militaire zaken en het daarbij gebruik maken van de drukpers, dat is hetgeen wat voor het oogenblik door de officieren van het Indische Leger als eerste plicht aanvaard moet worden. Het is toch van algemeene bekendheid, dat de natuurlijke weg af gesloten is; dat namelijk de pogingen, welke in den loop der jaren van wege het Legerbestuur aanhoudend en herhaaldelijk gedaan zijn, om het Indische Leger in een beteren staat te brengen en de militaire toestanden gezonder te maken, afstuitten op den onwil van de civiele bureaucratie. Wie dus iets in het belang van het Leger en daarmede van den Staat wil doen, die verheffe zijn stem luid genoeg, dat zij gehoord worde aan gene zijde van den muur, waarachter die bureaucraten zich als het ware hebben verschanst. Wij hopen, dat ook andere officieren, in Atjeh aanwezig, het voorbeeld van den Heer Heldring zullen volgen en dat het Legerbestuur deze wijze van voorlichten zoo mogelijk zal aanmoedigen, omdat toch vooral in het oog moet gehouden worden, dat zij, die in de meest gewichtige vraagstukken van oorlog en leger te beschikken hebben, geen krijgs-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 488