481 Het wordt verantwoord, onderhouden en gerepareerd op de wijze als voor de wapening is bepaald. De kamers der geweren en de kamerschietcylinders mogen niet te veel worden gepoetst; zij worden rein gehouden met een lapje, van een weinig olie voorzien. De geweren zullen gebruineerd zijn. 3. De oefening geschiedt altijd op 10 passen en met verschillende vizieren, aanvankelijk van den bok en later uit de vrije hand in de verschillende houdingen. Het aantal achtereenvolgens te doene schoten wordt door den compa gniescommandant bepaald. De naar beneden gekeerde top van het bovenste driehoekje dient tot mikpunt bij gebruik der lagere en die van het benedenste driehoekje bij dat der hoogere vizieren. De schijf wordt in verband met de aan te nemen houding op zoodanige hoogte aangebrachtdat de schutter met een weinig dalende vizierlijn vuurt. De gevolgen van het overhellen van het geweer zullen te beter uitko men naarmate de klep bij het vuren hooger is gesteld geweest. Tot voorkoming van afwijking wordt de schietcylinder na elk schot gereinigdwaartoe het ontlaadstokje dat tot het uitduwen van het ont brande huisje gebezigd wordt, van een vettig lapje wordt voorzien. Het is verboden om een waarnemer ter zijde van de schijf te plaatsen. Voorzichtigheid wordt aanbevolen. 4. Uit de opbrengst der ingeleverde ledige hulzen en teruggevonden kogels, bedoeld bij 84 van het le deel van het „Voorschrift betreffende de wapenen en de schietoefeningen", worden kleine premiën uitbetaald. Eene premie kan gegeven worden, wanneer bij het schieten uit de vrije hand een aantal treffers, gelijk aan of grooter dan de helft van zeker aantal achtereenvolgens gedane schotenkan worden bedekt met een kartonnen of metalen cirkelschijfje, waarvan de straal door den compagniescomman- Op de schijf worden twee uit zwart papier ge knipte driehoekjes aangebracht, op de wijze als op nevenstaande figuur is aangegeven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 492