BOEKBESCHOUWING.
Eenige wenken op Indisch-militaik
gebied. Door den Oud-Hoofdofficier
Brutus. Gedrukt bjj Broese Comp.
te Breda.
„'t Kan goed zijn nu reeds eenige wenken te geven, waarmede de
Volksvertegenwoordiging bij de op banden zijnde begrootings-voorstellen
haar voordeel kan doen.
„Eenparig is men van oordeel, en hierop is ook reeds, hoezeer niet
meer dan ééns na de begrooting in de Tweede Kamer der Staten-Generaal
in 1881 gewezen dat aan de afdeeling „Departement van Oorlog in
Ned.-Indië" geen aandacht genoeg gewijd wordt.
„Toch verdient die Afdeeling, zoowel van de zijde der Regeering als
van die der Kamerleden, eene nauwgezette, zaakkundige beoordeeling.
„"Waar het ruim een zesde der Indische inkomsten geldt, die door het
Departement van Oorlog worden verbruikt, mag dit onderwerp niet af
gehamerd worden èn zooveel minder, wanneer er zoo oneindig veel is,
dat herziening en verbetering behoeft.
„Het hoofddoel is, dat vele onder de aandacht te brengen, hopende
zulks doel zal treffenmaar of het verwacht kan worden Het is aan
de Tweede Kamer om die verwachting niet te leur te stellen.
„De Volksvertegenwoordiging behoort in de beoordeeling dezer Afdeeling
geene schroomvalligheid te betoonen. Controle en toezicht op de hoofd
zaken is geene oppositie.
„De Minister van Koloniën, de Gouverneur-Generaal en hunne helpers
zijn geene vakmannen en nemen de gedane voorstellen, de geheele begroo
ting in overweging, steeds, en dat is niet onnatuurlijk, met het oog op
den oogenblikkelijken finantieelen toestand der schatkist. Eene controle
op de uit Indië ontvangen bescheiden wordt niet veronachtzaamd, dat is
algemeen bekendmaar of op zaakkundige wijze de behoeften worden
gewikt en gewogen, moet worden betwijfeld. Meestal ziet men wel
schrappen, maar erkende leemten, dringende behoeften, verbetering van