486 doelt behoorlijk op de hoogte te stellen. Er behoort veel studie en algeme'ene kennis toe, om, als Brutus, die zoo uiteenloopende onderwerpen te bespreken. Wij verklaren ons daar toe onbevoegd. Niettemin willen we gaarne, bij eene „aankondiging" als deze, hier en daar, bij wijze van kantteekening, enkele opmerkingen maken. Wij doen dit na raadpleging, daar waar noodig, van personen, die meer dan wij op de hoogte kunnen zijn van het behandelde onder werp. Alhoewel vermoedelijk ten overvloede, geven wij vooraf aan Brutus de verzekering, dat vitzucht, lust om den verdienstelijken arbeid vaneen onzer oudere kameraden in de algemeene schatting te verkleinen, onze pen niet bestuurt. Niets ligt minder in onze bedoeling. Het algemeen belang trachten ook wij te bevorderen. Wij stellen Brutus als mede stander op prijs. En juist daarom zal hij het ons ten goede houden, dat wij, daar waar hy dwaalt, of daar waar zijne meening niet door anderen wordt gedeeld, onze opmerkingen insgelijks ter overweging aanbevelen. Over het geheel genomen, zullen de meeste officieren van ons Leger instemmen met Brutus' beschouwingen. Dit zij op den voorgrond ge steld. Ook wij sluiten er ons bij aan, echter onder eenige reserve. Blijkens bladz. 4 van de brochure heeft Brutus de hiervoven ge noemde onderwerpen gerangschikt, „op de agenda geplaatst," „naar rede van de urgentie." En nu vragen wij al dadelijk: Is „Regeling van de positie der officieren en mindere militairen bij de wet" wij zouden liever schrijven:. „Regeling bij de wet van" enz. is zulks zóó urgent, dat ze in de allereerste plaats in behandeling moet worden genomen Onzes inziens: neen. Waaruit toch blijkt die urgentieWie kan de bewijzen aanhalen, waardoor wordt gestaafd, dat „behoefte bestaat" (arti kel 59, laatste lid, van de Grondwet) aan regeling bij de wet. Brutus beroept zich op artikel 58 van de G. W. Wij zijn evenwel van meening, dat artikel 42 van het Regeerings-reglement een Andere onderwerpen, deze koloniën eri bezittingen betreffende, worden door de wet geregeld, zoodra de behoefte daaraan blijkt te bestaan. De Gouverneur-Generaal is opperbevelhebber van de in Nederlandsch-Indië aanwezige landmagt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 497