487 uitvloeisel is van of steunt op art. 59, niet op artikel 58 van de G. W. Deze onze meening berust op de discussies in de Tweede Kamer over artikel 42 R. R. De amendementen van den Heer Yan Hoëvell, strekkende om zoowel het ontslag als het op pensioen stellen, zoomede de pensioenen zelve te regelen bij de wet, werden, na eene discussie van bijna twee dagen, verworpen. En zeer ten rechte werd er o. i. bij die gelegenheid op gewezen, dat de in te voeren veranderingen ten opzichte van het pensioen niet konden verlangd worden door de Indische officieren. Na raadpleging van alles, wat over artikel 59 G. W. en artikel 42 R. R. werd geschreven, zijn wij dan ook van meening, dat zonder voorafgaande opsomming van alle willekeurige maatregelen, welke sedert 1 Juni 1860 ten aanzien van de positie van de officieren en minderen van het Indische Leger zouden zijn genomen, de behoefte aan wettelijke regeling niet kan worden erkend. "Wat de meetings betreft, welke in 1869 (lees: 1868) te Batavia, Soerabaia en elders hebben plaats gehad, deze strekten o. i. niet zoo zeer „om te bewijzen welke waarborgen niet wettelijke (al zijn de Ko ninklijke Besluiten wettigbepalingen in het oog van het meerendeel bezit ten," (bladz. 5), als wel omop stellig zeer anti-militaire en dus be treurenswaardige wijze den tegenzin van het Leger te toonen in een Minister, die, door te grooten ijver tot bezuiniging, velen in hunne fi- nancieele belangen had benadeeld. En, ofschoon de'ondervinding heeft geleerd, dat ook andere Ministers niet zelden uit zucht tot het behouden van hunne portefeuille niet terug deinsden voor grievende maatregelen ten aanzien van ons Leger, zoo zien wij toch, wie ook de volgende Ministers mogen zijn, geen hunner in staat, daar waar het de positie van officieren en minderen geldt, willekeur te plegen. Een nadeel van de regeling bij de wet zien wij ook in de groote moeilijkheid, om in alle gevallen te voorzien, welke zich bij een Leger als het onze kunnen voordoen. Om een voorbeeld te noemen, wijzen we op de zeer vrijgevige toepassing van de pensioens- en gagements-reglementen, daar waar ze niet zeer duidelijk zijn. Ons zijn militairen bekend, die slechts gedeel- In Nederlandsck-Indië worden de officieren door den Gouverneur-Generaal benoemd. Zij worden door hem bevorderd en ontslagen op den voet bij algemeene verorde ning bepaald. De regelen omtrent het toekennen van pensioen en gagementen worden bij alge meene verordening gesteld,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 498