501 Wij zullen geen oordeel vellen over den Opperbevelhebber, maar ver zetten ons tegen een lichtvaardig oordeel door den Schrijver. Men beoordeelt, onder de gegevene omstandigheden, geen generaal in een paar dagen. De verwijten, welke men den Opperbevelhebber heeft willen maken, waren niet van dien aard, om daarom aan zijn kennis en beleid te twijfelen. Een goed opperbevelhebber moet zoovele hoedanigheden bezitten, dat men om het gemis van een paar dier hoedanigheden den veldheer niet onvoorwaardelijk mag veroordeelen. Wij raden den Schr. aan, daarover nog eens na te lezenThiébault, Jomini, De Chambray, den Maarschalk van S ak s en, Prins de L i gne, Napoleon, Ch. Polard, Machiavel, Bugeaud enz. Men verwijt den Opperbevelhebber, dat hij den kolonel Yan Daalen onkundig van alles heeft gelaten; maar wij lezen zelfs van Napoleon, dat hij nooit iemand over zijne plannen sprak of raadpleegde. Tout entier a la reflexion, il ne sortait des profondeurs de son génie que pour consulter sa lunette ou sa carte; personne ne s'empressait de lui donner des avis; il les aceueillait mal et n'en avait pas besoin. II se réservait toute la pensee et ne laissait aux autres que l'exécution matérielle. Wij betreuren den noodlottigen kogel, die den Opperbevelhebber on tijdig wegnam en waarop hij evenmin als Napoleon heeft gerekend. Ook de beoordeeling van den kolonel Yan Daalen, door den Schr. ongeveer op dezelfde wijze gegeven, zullen wij niet onderschrijven. Waar de Schr. de verrichtingen van de Marine behandelt tusschen de le en 2e expeditie, gelooven wij dat de officieele bronnen niet geheel juist zijn. Wij vinden b. v. op bladz. 172 dat een prauw, van K e r to i afkomstig, zich zoo krachtig verdedigde, dat allen sneuvelden op vijf personen na, van welke laatsten nog twee gewond waren. „Krachtig verdedigde?" Aan onze zijde werd niemand gedood of ge wond; aan de zijde des vijands daarentegen zelfs vrouwen en kinderen. Men leze hierover: De Oorlog. Nederland-At-chin, bladz. 108, en Neerlands Heldenfeiten in Oost-Indië, bladz. 153. In het elfde HoofdstukSamenstelling der landmacht voor de tweede expeditie in het algemeen, lezen wij op bladz. 181terwijl als belegerings geschut zou worden medegenomen, ,geschut der bestaande legbatterijen (wij cursiveeren), n. 1. 6 getr. kanons van 12 cM., 8 getr. kanons van 8 cM, benevens 4 mortieren van 20 cM.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 512