506 De ontwikkeling van den geest kan wel is waar ook door school onderwijs plaats hebben, maar wij bedoelen meer de zuiver militaire vorming; en deze moet voornamelijk geschieden door oordeelkundige theorieën. Men begrijpe ons wel Wij voor ons houden b. v. het minstens eens per week zoekmaken van eenige uren met theorie over „het competeerende", of iets dergelijks,- waarbij onze Inlaudsche fuseliers met het als een loerie opdreunen van „doewa os lima lot," hetgeen 0,25 kilogram beteekent, dan wel van „satengah tjintjing mendjahit,dat 0,005 liter wil zeggen, blijken van hun groote theoretische bekwaamheid geven, hoewel zij vaak daarbij niet het minste begrip van maten en gewichten hebben, voor alles behalve oordeelkundig. Hoofdzakelijk laten wij het maar eerlijk bekennen hebben dergelijke theorieën plaats omdat zij vaak het stokpaardje van den een of anderen inspecteur of chef zijn. Het is echter werkelijk treurig, indien het kunnen opnoemen van het aantal tandjes in de kling van een zaagmes of van de lengte van een stroozak, dan wel van het aantal kopet'draadomwindingen van een kapmesgreep, of een dergelijke snorrepijperij, de maatstaf moet zijn, ter beoor deeling van de theore tische geoefendheid van den man. Geheel afgeschaft kunnen en moeten dergelijke theorieën wel is waar niet worden dit willen wij wel toegeven maar dezevooral in de tegenwoordige tijdsomstandigheden, waarin het Leger te velde is af zal gaantot een minimumb. v. eens per maandte redu- ceerenzoude o. i. meer dan wenschelijk zijn. Yrees voor het te kort doen van de manschappen inzake het competeerende, behoeft bij ons Leger, met zijn uitgebreid reclamestel sel, waarlijk niet te bestaan. Ook zoude een werkelijk in de cham- brée blijvende en niet slechts op het uur van inspectie aldaar op gehangen wordende staat (zonder krulletters), daarover handelende, zeker in deze afdoende zijn. Ook noemen wij het niet oordeelkundig, den duur der theorieën op langer dan een uur te stellen. Ieder, die zelf wel eens theorie gehouden heeft (dit niet reeds vergeten is) en weet, welk een af matting zich na zulk een tijdsbestek van instructeur en manschappen meester maakt, zal dit met ons volkomen eens zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 517