513
Hij zorgt, dat de mail bij alle bewegingen in de gevechtsstelling blijf
en deze na de met groote snelheid uitgevoerde stooten en parades onmidt
dellijk herneemt.
Hij is bij deze oefeningen met een houten sabel, een lans, dan wel een
bajonetschermgeweer gewapend.
Hij maakt den man vooral opmerkzaam op het gevaar, gelegen in het
op den loop houden van de vingers der linkerhand en het doen grijpen
van zijn geweer door den aanvaller.
Hij leert hem, zich, wanneer dit laatste hem overkomen is, door een
sprong achterwaarts en den verkorten stoot te herstellen.
Hij prent hem in, dat tegen elk ander wapen dan het geweer het aan-
vallenderwijs te werk gaan de voorkeur verdient en dat hij bij den strijd
niet het wapen, maar de oogen van de tegenpartij moet volgen.
Om den soldaat de gevechtsstelling tegen den ruiter aanschouwelijk te
maken, plaatst de onderwijzer zich op een eenigszins verheven voorwerp.
Hij verzuime daarbij niet, den soldaat het voordeel aan te toonen, dat
de zwakke zijde van den ruiter voorden Infanterist oplevert. Deze plaats
is, voor de ruiters in het algemeen, op de linkerzijde en op den rug
gelegen (zoodat hij b. v. nooit de gelegenheid moet verzuimen, den voorbij
gesneld en ruiter eenige passen achter na te loopen en een stoot van
achteren toe te brengen); voor den lansier in het bijzonder is ze aan
de rechterachterzijde gelegen.
Hij wijst er den man op, dat het uitgestrekt op den grond gaan liggen
en wachten tot dat de chargeerende ruiters voorbij getrokken zijn, tegen
lansruiters weinig baat.
Ook de middelen om de paarden schichtig te maken, gelegen in den
linkschen slag en het opspringen, brengt hij ter kennis van den man.
De onderwijzer is bij dit onderricht aan geen vaste plaats gebonden.
Meestal houdt hij zich op genoegzamen afstand, 8 a 10 pas, vóór of
schuinsrechts vóór de klasse op. Dikwijls begeeft hij zich vóór den
man, om te zien, dat deze zich achter de op de borst der tegenpartij
gerichte bajonet dekt.
De eerste Afdeeling wordt in exercitie-, de tweede in kazerne-tenue
onderwezen.
Ten einde de loopen der geweren niet te beschadigen, worden bij deze
oefeningen bajonefschermgeweren gebezigd.
Op het terrein, waar de oefeningen plaats hebben, zijn, behalve eenige
stellingen of houten paarden, de noodige lederen ballen opgehangen, .dan
wel een voldoend aantal schijfstaken opgericht, om den man in het toe
brengen van een juisten en krachtigen stoot te oefenen.