INDISCHE TACTIEK. Den 16dcn October van het vorige jaar richtte, in nummer 12 van den dertienden jaargang van dit tijdschrift, Lochmann v. B. een verzoek tot al zijne kameraden in het Leger, om in datzelfde tijd schrift met hem van gedachten te wisselen over een saam te stellen Indischen Tactischen Leercursus. Slechts één dier kameraden, zekere Herman, bewees in nummer 3 van den veertienden jaargang, metterdaad, bedoeld artikel gele zen te hebben. Heel veel genoegen heeft Lochmann v. B. dus niet van zijne wetenschappelijke uitnoodiging gehad. Nochtans meene hij niet, dat niet zeer vele officieren met hem de behoefte aan een leerboek over Indische Tactiek erkennen; al is, door de verschijning van een Indisch velddienstreglement, het dringend- noodzakelijke er van wel een weinig op den achtergrond geraakt. Lochmann v. B. heeft bij het doen zijner uitnoodiging intusschen blijkbaar twee zaken uit het oog verloren, welke in ons opstel een weinig van naderbij bekeken zullen worden. Ten eerste: de Indische traagheid. Komaan, kameraden! laat ons ditmaal elkander eens de volle waarheid zeggen, zonder deze in het minst te verbloemen. De Indische officier studeert in den regel zeer weinig; zeer velen zijn, nadat zij eenige officiersjaren achter den rug hebben, wat de Franschen noemen, dikwijls désoeuvrésbij niet-weinigen bepaalt zich de studie tot het doorbladeren, zeer vluchtig van een Mili tairen Spectator, Tijdspiegel of eene nieuwe aflevering der Mannen van Beteekenis, en meer nauwgezet van de Fliegende Blütter of het Journal Amusant uit de nieuwe Zondagsportefeuille. Dat doorbladeren van een Tijdspiegel geschiedt dan nog door

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 535