42 De beweegredenen, welke hem nopen in Indië te blijven, moeten dus wel bij zon der-sterk sprekenom voor altijd van een gaan naar de Heimath af te zien. Doelden wij hiervoren op gepensionneerde militaire officieren en civiele ambtenarenthans gaan wij over tot het bespreken der. po sitie van den minderen oudgast, die van den ouden onderofficier en soldaat. Ook onder die mannen worden er aangetroffen met een twintig jarigen dienst achter zich, aan wie op dikwijls voor hen zeer onge legen tijd wordt medegedeelddat zij wegens lichaamsgebreken niet langer in het leger kunnen blijven. Ook onder die mannen zijn er, die van lieverlede dusdanig aan het milde Indische klimaat en de Indische leefwijze zijn gewoon geraakt, dat zij zeer gaarne gedurende het overige deel van hun leven in Indië zouden willen blijven. Van twee a driehonderd gulden kan echter de mindere militair niet in den kampong gaan wonen en levenzoodat hijbon gré mal gré, ivel verplicht is, te repatrieeren. Onderstellen wij nu eensdat zoo'n oud militair, gelijk vaak ge beurt, sedert vele jaren met eene en dezelfde vrouw in de kazerne saamgeleefd heeft en in letterlijken zin de sprekende bewijzen hun ner samenleving mede niet ontbrekendan wordt deze oud-gediende bij afkeuring voor den actieven dienst voor het alternatief gesteld van of in den kampong te verhongeren, of vrouw en kinderen te verlaten en met geducht zwarten liondde terugreis naar het va derland te ondernemen. Den meesten tijd kiezen zoodanige militairen het eersteomdat zij er geen kans toe zienvan hunne dulcinea (met of zonder kin deren) te scheiden. Op hoedanige wijze zij dan van hun schraal gagemcnt een huisje weten te huren en genoegzaam lijst met of zonder een stukje dingding weten bijeen te garenom niet te spoedig aan bloedarmoede te ver gaan weten wjj niet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 53