531
Om dezelfde reden zal een bataljon Infanterie, aannemende dat
bet éène compagnie tot op het allerlaatste oogenblik in reserve wenscht
te houden, in de slaglinie eene breedte beslaan van 3 X 90 270 M.
(Bij deze berekening is de compagnie geheel 'willekeurig op hon
derd geweerdragenden begroot.)
Wanneer dus eene compagnie Infanterie op geheel open terrein de
gevechtsformatie aanneemt, zal zij goed doen, met de voorste
sectie aanvankelijk over eene breedte van 90 M. in groepen of ti
railleurs op te lossen.
Schuiven dan gedurende den loop van het gevecht de 2e, en op
het beslissende oogenblik daarna de 3e en 4e sectie in de lijn der
tirailleurs, dan zullen alle soldaten dier compagnie zoo dicht mogelijk
vereenigd zijn en te zelfder tijd de noodige ruimte hebben overge
houden, om een ieder voor zich het geweer te kunnen afvuren.
Zien wij thans, of de door ons berekende afstand van 90 M.
vuurlijn per compagnie ook aan andere eischen voldoet.
Yoorzeker is die afstand niet te groot om den compagniescom
mandant buiten de mogelijkheid te stellen, zijn manschappen te blij
ven overzien, en eveneens zal het den bataljonscommandant in de
slaglinie gegeven zijn, de compagniescommandanten in het oog te
blijven houden.
Wanneer namelijk de vier kapiteins zich op een onderlingen af
stand van 90 M. achter het midden hunner respectieve compagnieën
bevinden en de bataljonscommandant zich eveneens achter het mid
den van het bataljon ophoudt, dan is die korpschef slechts 1| x
90 M. 135 M. van zijue beide uiterste kapiteins verwijderd.
Ziedaar! een staaltje van het entrez dans le détailgelijk de
generaal Brialmont zulks bij het bestudeeren der tactiek aanbeveelt.
Wie daaromtrent meer wenscht te weten, verwijzen wij naar een
Tactisch Leerboek van Gr. Mazel, oud-Infanterieofhcier, die op
gelijksoortige wijze de gansche gevechtsleer, onder den titel „Principes
généraux d'une tactique rationnelle du combat", ten jare 1880 be
schreven heeft. Hoe die Tacticus over het samenstellen van een
tactischen leercursus denkt, beschrijft hij navolgenderwijze in zijn
voorbericht.