532 „Ma conviction en effet, est qu'un traité de tactique vraiment com- „plet et d'un caractère scientifique ne saurait ctre l'oeuvre d'un „homme, dans la période de gestation laborieuse, de lutte contre les „vieilles idéés, que nous traversons si péniblement. „Je suis convaincu, qu'une pareille oeuvre ne pourra résulter que „de la discussion et de la condensation d'un grand nombre d'opinions „librement émises, affranchies surtout du joug du passé. Pour en „arriver la, loin de regarder d'un mauvais oeil les jeunes officiers, „qui osent penser et avoir des idéés, il faudrait au contraire tout „faire pour les encourager dans cette voiecertes il est infiniment „plus commode d'accepter des opinions toutes faites ou de s'en tenir „paresseusement a celles dans lesquelles on a déja vécu une partie de „sa carrière; mais ce n'est assurément pas le rnoyen de marcher dans „la voie du progrès. Sans critique ni discussion, pas de progrès pos sible, surtout en fait d'art militaire". Met deze beschouwingen stemt vrij wel overeen onze meening, dat niet één, twee of drie officieren een Tactiek moeten vaststellen (wel ontwerpendoch, wel beschouwd, het geheele korps officieren zich daaromtrent vooraf moet kunnen doen hoorendat dus, om het te herhalen, eene commissie van kundige officieren, van rijpe ervaring, een Indische Tactiek moet concipieeren, het Proefvoorschrift vervolgens aan ieder korps officieren in collectieve beoordeeling gege ven en eerst daarna er de laatste hand aangelegd worden moet. Behandelen wij thans de vraaghoe de indeeling en wijze van verdeeling van een tactischen leercursus behoort te zijn. Moet deze den vorm hebben van een receptenboek als dat van De Vlaming; van een (overigens zeer goeden) hutspot van tac tiek en versterkingskunst, als dien van Beekman; of van een ca techismus, als dien van den leeraar in tactiek aan de krijgsacademie te Weenen, den overste Thyr; of van een eenvoudig Apercu van hetgeen de verschillende wapens te velde in velerlei opzicht hebben in het oog te houden, (gevolgd door eenige toepassingen uit de krijgs geschiedenis), als dat van den Heer Ma zei? Moet dat boek eene algemeene krijgskundige analyse zijn, als die van den generaal Lewa 1, of wat beknopter zijn danBrialmont's

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 543