540
ophouden te werken, doch gedurende hunne gcheele loopbaan hunne
uiterste krachten inspannen, om zich van hun vak en van andere
militaire vraagstukken op de hoogte te houden.
Er is een tijd geweest, dat het Legerbestuur inzag, dat studie en
oefening voor officieren nöodig waren. Dientengevolge werden de
wetenschappelijke vereenigingen in het leven geroepen. Chefs en
officieren wedijveren echter, om de goede bedoeling van de Algemeene
Order verloren te doen gaan. Yele officieren vinden het niet de
moeite waard, om, indien zij aan de beurt zijn, tijd aan eene voor
dracht te besteden; anderen reizen met een paar voordrachten geheel
Nederlandseh-Indië door, enz. Ziedaar de ambitie van de zijde
der officieren. En de chefs, die hunne ondergeschikte officieren tot
studie moeten aanmoedigen, die de wetenschappelijke vereenigingen
moeten leiden, zijn meestal ook geen liefhebbers van wetenschap en
maken dikwijls den indruk, alsof het hun buitengewoon aangenaam
-js, dat voordrachten kort en zeldzaam zijn. Intusschen moeten we
erkennen, dat op een en ander loffelijke uitzonderingen bestaanmaai
we moeten er tevens bijvoegen, dat we ook in een garnizoen geweest
zijn, waar de commandant zich niet ontzag, aan een zijner officieren
te bevelen, de notulen van de wetenschappelijke veieoniging aan
te houden. In dat boek nu trof men verscheidene spitsvondigheden
van den garnizoenscommandant en aanmerkingen van ZEDGestr. op
de voordrachten aan, hoewel er nooit vereeniging gehouden was.
Zóó studeert men in het Nederlandsch-Indische Leger.
Wij maken dit niet van algemeene toepassing, maar wijzen er
slechts op als afschrikwekkend voorbeeld.
Er zijn gelukkig ook nog wel officieren, die niet van meening zijn,
dat studie er in Indië niet op aan komt en dat men ook daar wel
werken kan, al wordt men er niet door de omstandigheden toe
aangemoedigd.
De wetenschappelijke vereenigingen, zooals ze thans gehouden
worden, kan men gerust afschaffen, want de meeste korpscomman
danten houden ze alleen vour acquit de consciencealiasnotulen
boek.
Toch zijn studie en oefening, vooral voor Infanterie-officieren, te-