544 Het moreel van het individu en het aanzien van den stand ver minderen, naar onze meening, door te vroeg te huwen. De quaestie is intusschen te delicaat, om er hier langer bij stil te staan. In Duitschlandis men zöo overtuigd, dat het officiersexamen slechts de basis van de latere studiën is, dat het onderwijs aan de krijgsscholen wordt ingericht met het oog op de voortzetting daar van, als de candidaat officier is geworden. Daar wordt dan ook door alle officieren gestudeerd. Een officier, die zich niet op de hoogte van zijn vak houdt, is in het Duitsche leger onbestaanbaar. Ter hunner aanmoediging worden dikwijls prijsvragen uitgeschre ven of militaire quaestiën ter behandeling gegeven. De ingekomen memoriën worden voorzien van de beoordeeling van alle chefs van den vervaardiger, waardoor een serie van officieren, door het beantwoorden van één vraagstuk, wat ontwikkeling of belezenheid betreft, kan beoordeeld worden. Ook practisch worden de Duitse he officieren door menigvuldige manoeuvres geoefend in troopenleiding enz. Yoorts moeten zij tactische vraagstukken op het terrein en op de kaart oplossen. In Frankrijk hebben de Cercles of reunions cTofficiers tegen woordig den meest gunstigen invloed op de ambitie en ontwikkeling van de officieren. Men begrijpe toch, dat het examen tot officier slechts de aan vang van de loopbaan is. Zelfs daar waar de beste recruteering bestaat, stelt men alle pogingen in het werk, om de officieren aan te moedigen, hunne studiën voort te zetten. Men stelt hen in de gelegenheid, zich ook practisch te oefenen. Ook in de kleinere legers leveren de bemoeiingen van de militaire autoriteiten de schoonste resultaten op. Yooral in het Zwitsersche leger munten de vereenigingen der officieren boven andere uit. Uit de Revue Suisse kan men leeren, hoeveel in het kleine Zwit sersche leger wordt gewerkt. Hoewel er enkele maatregelen bestaan, die naar onze meening tot de zeer verkeerde behooren (b. v. belooning met rangsverhoo- ging), kan ook het Spaansche leger plaats nemen onder die, welke niet achterblijven, waar het verbeteringen geldt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 555