DE TACTISCHE FORMATIE DER BATTERIJ ALS EENHEID.
Het is opmerkelijk, dat in betrekkelijk korten tijd (zie de nummers
4, 6 en 10 van den jaargang 1881) de in dit tijdschrift uitgedrukte
meeningen over de tactische formatie der batterij uiteenliepen van
vier tot acht stukken.
Ik heb dit punt in N°. 8 van den vorigen jaargang opzettelijk
niet uitvoeriger ter sprake gebracht, omdat ik een afzonderlijke behan
deling er van, onafhankelijk van het daar besprokene onderwerp de
aanleidende oorzaken der reductie van het aantal vuurmonden der
batterijen in 1874—-meer wenschelijk achtte.
De batterij vormt de tactische eenheid der mobiele artillerie, en
moet als zoodanig zijn samengesteld uit zooveel vuurmonden, metal
wat tot de oorlogsuitrusting daarvan behoort, dat zij zelfstandig de
krachtigste uitwerking bezitte, maar toch tot in de kleinste bijzon
derheden door één persoon kan worden overzien en bestuurd en door
zijn stem kan worden beheerscht.
Daar één vuurmond, na het afgeven van het schottijdelijk geheel
weerloos is, is een enkele vuurmond voor zelfstandig tactisch gebruik
niet bijzonder geschikt. Bij eene vereeniging van twee vuurmonden
kan er reeds sprake zijn van onderling steunenen wordt hierdoor
als het ware van zelve de onderafdeeling der eenheidde sectie
aangegeven.
Door de samenvoeging van twee sectiën begint zich eerst het
denkbeeld van een tactische eenheid te ontwikkelen, daar dan reeds
de mogelijkheid bestaat tot het afgeven van een gelijkmatigonafgebro
ken vuurwaardoor het gevaar van een verrassenden overval belangrijk
vermindert, daar steeds één der vuurmonden schietvaardigis. Daar
ook bij een vereeniging van twee sectiën, de bewegingen der eene
sectie door het vuur der tweede sectie kunnen beschermd worden
zoo kan de vereeniging van vier vuurmonden als het kleinste getal
oOO^OOO