548 worden aangemerkt, waaruit de tactische eenheid der mobiele artil lerie behoort te zijn samengesteld. Is hierdoor dus de minimum-sterkte der batterij bepaald, de onder vinding heeft geleerddat een samenstelling van acht stukken als de maximum-formatie moet beschouwd worden, wil de eenheid nog tactisch en administratief door één persoon bestuurd worden. De grenzen dus bepaald zijnde, kunnen wij in beschouwing treden welk getal vuurmonden het meest voor een vereeniging tot eenheid te verkiezen is. En uitgaande van de onderafdeeling of sectie van twee vuurmonden, behoeven deze beschouwingen zich slechts uit te strekken over de formatie der batterij uit vier, zes of acht stukken. Het grondbeginsel van iedere organisatie moet oeconomie zijn. Maar daarbij mag niet uit het oog worden verloren, dat de krachts-oeconomie niet aan de financieele oeconomie mag worden opgeofferd. De krachts-oeconomie der batterij nu vordert, dat zelfs op de korte afstanden, waarbij het vuurtempo versneld wordt, de schoten nog behoorlijk kunnen worden waargenomen, om de noodige correcties te kunnen uitvoeren. Bij een vuurtempo van twee schoten in de minuut (per vuurmond), zal de bediening der vuurmonden, zonder overijling, goed kunnen plaats hebben, en zal dus in 30 seconden het vuur de batterij hebben doorloopen. De vluchttijd op 1000 X bedraagt bij het 8cm veldkanon onge veer 2,5 sec., terwijl voor de goede waarneming van het schot ook wel op gelijken tijd mag gerekend worden, waardoor de benoodigde tijd voor ieder schot op 5 seconden kan geschat worden. Onder die omstandigheden vinden wij het gunstigste geschutgetal der batterij uitgedrukt door 30 5 6. Zelfs op middelbare afstanden, bij een gematigd vuurtempo van één schot (per vuurmond) in de minuut, komt men tot gelijke resultaten. De vluchttijd als boven op 2000 X bedraagt ongeveer (ruim) 5 sec., en de voor de goede waarneming benoodigde tijd kan, met het oog op den vergrooten afstand, wel weder daaraan worden gelijk gesteld, waardoor ieder schot op 10 sec. komt, en dus het geschut- getal ook weder door 60 10 6 wordt uitgedrukt. Wel is waar is hier nog rekening gehouden met de vluchttijden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 559