552 zijn, en is ook in Nederland de achtstukkenformatie op die wijze bij de rijdende en lichte veldartillerie ingevoerd; het feit echter, dat in Frankrijk en Engeland bijv. de houwitsers hebben deel uit gemaakt eener zesstukkenformatie, geeft mij aanleiding, de algemeen heid van dit wordingsproces der achtstukkenformatie in twijfel te trekken. Nog moet als nadeel dezer formatie rekening worden gehouden met den belangrijk uitgestrekteren weg, dien de vleugel stukken in enkele gevallen moeten doorloopen, en waardoor, vooral in zwaar terrein, de bespanningen noodeloos afgemat worden. "VYat de vierstukkenformatie betreft, ook daaraan zijn belangrijke nadeelen verbonden. Het is duidelijk, dat het inschieten niet met die snelheid kan plaats hebben als bij een grooter aantal vuurmon den. Bij de hooge waarde, tegenwoordig aan het inschieten gehecht, moet hierop vooral nadruk worden gelegd. Bij het onbekwaam raken van een der vuurmonden, valt het stukkental beneden het gestelde minimum. Bij de steeds toenemen de vuuruitwerking der artillerie is ook deze omstandigheid van zulk gewicht, dat het getal vier eigenlijk niet meer als het minimum-ge- ^al gerekend mag worden, maar de zesstukkenformatie als zoodanig moet worden beschouwd. (1) Men zal niet zulk een snel vuurtempo als bij een grooter aantal vuurmonden kunnen krijgen. Bij noodzakelijke splitsing der batterij of detacheering, komen dadelijk beide deeleu beneden het minimum-getal. De zesstukkenformatie vereenigt in groote mate de voordeelen der beide andere forinatiën in zich, zonder hare nadeelen in gelijke mate te bezitten. Daarenboven bezit zijzooals reeds werd aangetoond, de krachts-oeconomie. Daarom moet aan die formatie in het algemeen de voorkeur worden gegeven. Rekening houdende met de bijzondere omstandigheden der Indische mobiele artillerie, kan nu de meerdere of mindere wenschelijkheid van het algemeene formatiebeginsel voor haar nauwgezetter worden overwogen. (1) W. "Witte. Artillerie-Lehre. Derde deel, blz. 35.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 563