559
dragen van een grooten lastvooral niet op de wijze, waarop hij
bepakt is.
De mensch is zeker een van die wezens, die het minst geschikt
zijn tot het dragen van lasten, zegt Dr. G o ri, die eenige jaren geleden
over bepakking enz. in de Vereenig ing ter beoefening van de krijgs
wetenschap eene zeer lezenswaardige voordracht hield.
Wij zijn het met dien geneesheer geheel eens, dat wij den Infan
terist zoo min mogelijk moeten belasten en in ieder geval het nood
zakelijke doelmatig moeten verdeelen.
Wij leven lang niet meer in de tijden van Hercules ofRomeinen
en Batavieren, het tegenwoordige menschenras is zwakwel kunnen
we het door oefening verbeteren, maar toch zullen we het nooit verder
brengen dan de spieren veroorloven.
De kleeding en bepakking mogeii in de eerste plaats de vrije
beweging van alle ledematen niet belemmeren. Onze Infanterie
echter staat door ondoelmatige kleeding en te zware bepakking veel
achter in beweeglijkheid bij den Inlandse hen vijand. (1)
Bovendien is de kleeding van slechte qualiteit, slecht gemaakt en
gekleurd met eene verfstof, die zich op de huid en andere kleedïng
nederzet en zeker nadeelig voor de gezondheid is. De belasting
van het hoofd is voor den Ja vaa n s chen soldaat te zwaar en belem
mert den toevoer van versche lucht. De hoofddoek van den I n la n d-
schen matroos is zeker veel geschikter voor hoofddeksel. Ook het
verschil in gewicht is vrij belangrijk, daar een hoofddoek eenige
grammen en een kwartiermuts ongeveer 0,15 kgr. weegt.De
kapotjas, die door kleur een onaangenamen indruk maakt, is op eenen
mannequin vervaardigd, die gebrek aan militaire vormen heeft; de
stof is wel wat lijvig en de meeste exemplaren hebben veel overeen
komst met zakken, van mouwen voorzien.
Met de grootste moeite en meestal na dozijnen aangepast te hebben,
gelukt het somtijds, den soldaat voor bespotting te vrijwaren.
Militair wordt hij er niet in. Een soldaat, in kapotjas gekleed en
in marschtenue bepakt, is in den regel even beweeglijk als een
krankzinnige in een dwangbuis.
(1) Onze Inlandsche Infanterie moet lichte Infanterie zijn, opgewassen in beweeg
lijkheid tegen den Inlandschen vijand,