564 „opdat de reeds behaalde voordeelen niet weder zouden verloren gaan. „Onmiddellijk na het nemen van den Kraton had de generaal „Yan Swieten verder moeten gaan. Rust had den vijand niet „moeten worden gegeven. Te vuur en te zwaard had men hem „moeten ten onder brengen. „Zoo noodig" [dit las men in een Hollandsch dagblad] „had Pe- „lissier, die er niet tegen opzag een geheelen Arabisch en „stam door vuur te verdelgen, tot voorbeeld moeten genomen „worden." Zoo resumeerde ik hetgeen men meende dat de Opperbevelhebber der 2e expeditie had moeten doenin een opstel, dagteekenende van het einde van Juli 1874, en opgenomen in de Arnhemsche Courant van 17 September van dat jaar. En ik antwoordde tevens, o. a. wat betreft het aanleggen van versterkingen op ieder belangrijk punt, dat zou worden veroverd Maar er is meer. Yoor eene brigade, ter sterkte van 2637 officieren en manschappen, slechts voor 2 dagen vivres medenemende, zijn, volgens de opgave van het Departement van Oorlog in Indië, noodig 979 koelies. Natuurlijk vermeerdert dat aantal naarmate de af te leggen afstanden toenemende voor de operatie noodige tijd langer wordt. Maar de 2000 koe lies, die einde Januari voorhanden waren, waren in of bij den Kraton reeds hoog noodig. Van waar hadden nu de lastdragers moeten komen, die bij het uitrukken de mobile kolonnes zouden vergezellen Ik neem hier aandat die kolonnes van hare excursiënnaar het punt van uit gang, den Kraton, zouden zijn teruggekeerd. Bij het opwerpen en bezetten van sterkten in het binnenland zou de zaak nog erger zijn ge worden. Alvorens de genomen stelling in verdedigbaren staat was gebracht zou de geageerd hebbende kolonne eenige dagen hebben moeten positie nemen, en dus voor dien tijd van vivres enz. hebben moeten voorzien wordenverder zouden levensmiddelen en krijgsvoorraad, minstens voor eene maand, voor de achterblijvende bezetting hebben moeten worden aangevoerd, en door wien zou een en ander hebben moeten geschieden Behalve dat, zou de bezetting van ieder dier sterkten gemiddeld wel van 100 tot 200 man hebben moeten bedragen; stel 150 man, dan waren met slechts 15 postenafgescheiden nog van de troepen, noodig tot het onderhouden der onderlinge communicatie, al weder 2250 man aan de totale sterkte

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 575