565 onttrokken. Maarzoo zult gij welligt zeggen, de generaal van Swieten behoefde geene dagreizen ver te gaan, meer in onze nabijheid had hij het door ons bezette terrein kunnen uitbreiden en door een kring van versterkingen omgeven. Zeker; maar zou het voordeel, wanneer daartoe was overgegaan, zoo bijzonder groot zijn geweest? De gemeenschap tussehen de alzoo aan te leggen redouteszoo onderling als met de hoofd versterking, zou dan zeker moeijelijker zijn geweest dan thans. Toch zou de vijand niet in gebreke zijn gebleven, ook die redoutes met zijne plagerijen en bedreigingen lastig te vallen. Mijns 'inziens levert het op den 20on Juni geleverde gevecht het be wijs, dat, wil men den vijand nu en dan met het minst mogelijke verlies gevoelige slagen toebrengenhet beter is hem digtbijdan op eenen af stand te hebben. Moeijelijk zou het toch geweest zijn, de benting te Penajoeng op dien dag zoo krachtig door het garnizoen van den Kraton te doen ondersteunenwanneer zijin plaats van in de nabijheid der hoofdversterking te zijn gelegenop eenige uren afstand van deze ware verwijderd geweest. jNiet lang daarna, in De Indiër van 21 Augustus 1874, plaatste iemand een extract uit een brief van een zijner kameraden, een gedetacheerd Hollandsch officier. O. m. werd door dezen beweerd, „dat „de generaal Ya n S w i e t e nnatuurlijk na het nemen van den Kraton „want vroeger zou het niet wel mogelijk geweest zijn met de ,,„ge- „zonde"" en sterke macht, waarmede hij ageerde, de Atjehneezen „zooveel mogelijk slaag had moeten geven, en masse de kampongs „verbranden, die aanhoudend verzet toondenen gedetacheerde fortjes „aanleggen rondom den Kraton". En ik antwoordde in de maileditie van De Indiër van 29 Augustus 1874: (1) Ik stel op den voorgrond dat het gebezigde woord „gezonde" mij wel een weinig overdreven voorkomt. Eene krijgsmacht, die in den tijd van zes weken tot 2/3 der oorspron kelijke sterkte is verzwakt en die onmiddellijk na het nemen van het (1) Ik wees in dat antwoord op de lijn Koerong RabaKotta-Radja als vangroot strategisch gewicht, en vroeg of het niet mogelijk was deze te bezetten? Nog onlangs is gebleken, dat ik slecht zag. Koerong Raba in 1876 bezet en in 1878 verlaten, is weder bezet, terwpl tussehen Boekit Seboen en Koerong Raba nog een tusschenpost is opgericht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 576