569 De briefschrijver in de Java-Bode vergist zich, wanneer hij zegt dat het bedoelde stelsel naar den generaal Verspijck het bentingstelsel werd genoemd. Die naam dateert van drie en dertig jaren vroeger. Enfin! Vergissingen zijn menschelijk, al is het ook zaak, wanneer ze begaan zijn, het niet-militaire publiek beter in te lichten. De briefschrijver in de Java-Bode gaat verder en beweert nog al apo- diktisch, dat juist het niet bezetten van de veroverde landstreek [lees: kampongs]zooals uit hetgeen hij vooraf zegt, blijkt door toepassing van het bentingstelsel oorzaak is van den langen duur van den oorlog. Maar het bewijs? Moeijelijk kan dit geleverd worden door den opstand in de Zuider- en Ooster-Afdeeling van Borneo. Immers blijkt uit de Koloniale Verslagen, dus uit officieele bescheiden, dat deze, die in 1859 was uitgebroken, bij het einde van 1865, hoewel veel in omvang afge nomen, nog niet geëindigd was. En toch werd daar het bentingsysteem dat volgens den briefschrijver in de Java-Bode bij onmiddellijke aanwen ding de Atjehneezen in het'tijdvak, begrepen tusschen Februari en Sep tember 1874, had moeten onderwerpen, sedert 5 jaren toegepast. Het onderdrukken van den opstand op Java duurde 5 jaren, de Padrie oorlog veertien jaren, en het onderwerpen der opstandelingen in de Zui der- en Ooster-afdeeling van Borneozooals wij zoo even zagenruim zes jaren. "Was het, met die uitkomsten voor zich, den generaal van Swieten euvel te duiden, dat hij, alvorens het bentingstelsel met zijnen aankleve toetepassentrachtte den oorlog te eindigen door het volgen eener gedragslijn als die, welke èn op Bali èn te Boni goede resultaten gaf, namelijk door het aannemen eener afwachtende houding, teneinde den vijand tijd te geven zich te bedenken en over zijne onderwerping te beraadslagen? Uitgeput bleken de voorstanders van het bentingstelsel niet te zijn. Getuige de Arnhemsche Courant van den lsten October 1874. In dat blad verkondigde iemand de meening, dat wij ons in een veel beteren toestand zouden hebben bevonden, met den Kraton als middelpunt en eenige posten van Moesapie af tot Koerong Raba in een ruimen cirkel 'om den Kraton. Mij voorwaardelijk verklarende vóór het bezetten der linie Koe rong Raba Kotta Radja, nam ik het in de Arnhemmer geopperde denkbeeld, ineen opstel, dagteekenende van medio November 1874, en geplaatst in het Algemeen HandelsbladAmsterdamsche Courantvan den 12den Januari 1875, tot onderwerp eener beschouwing. Daar schreef ik: 38

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 580