579 Schrijver bedoelt waarschijnlijk met gemiddelde afwijking de ge middelde volstrekte afwijking (de wortel uit de som van de vierkanten van de gemiddelde hoogte- en breedte-afwijkingen.) Maar is die gemiddelde afwijking de maat voor de trefkans? Sedert wanneer? Op bladz. 297 geeft echter schrijver een anderen uitleg aan den term: gemiddelde afwijking. „De straal van die doorsnede is de gemiddelde afwijking". En die doorsnede is volgens schrijver, op blz. 296 onderaan, een ellips? Bladz. 297. „Het is dus noodig, dat de gemiddelde afwijking niet grooter is dan de afmetingen van de doelen, die zich het meest in den oorlog voordoen. 't Is geleerd. In de volgende regels beweegt schrijver zich op het terrein der techniek, meer speciaal op dat der vuurwerkerij. Onder kruitsoorten, die bijzonder de aandacht verdienen, lezen wij de kruitsoorten, door den redacteur van„Le memorial de la ma rine" zeiven bestudeerd. Over allerlei onderwerpen uit de pyrotechnie geeft schrijver verder enkele opmerkingen ten beste, de eene al oppervlakkiger dan de andere; over hulzen, het metaal der kogels, de kracht, waarmede de kogels in de hulzen worden gewurgd, en andere deelen van den kogel, die voor verbetering vatbaar zijn. Dit nu valt geheel en al buiten het kader van 's schrijvers bespiegelingen. De vervaardiging van de patronen zoowel als van al het andere materieel is aan de Artillerie opgedragen, dat is haar taak, en het is dus onnoodig en ongepast-scherp om (zie noot van den schrijver) er op te wijzen, „dat er ook bij de Infanterie officieren zijn, die verstand van patronen hebben en op gebreken in de vervaardiging zouden kunnen wijzen. Van bladz. 299—306 bespreekt schrijver achtereenvolgens soldaten, officieren, schietoefeningen, een schietschool, en ten slotte de „Vuren", zijn aangekondigd onderwerp. Bladz. 306. „Men heeft met deze stelsels eenige compagnieën doen vuren, op

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 590