53 dan nog openbaart deze zenuwachtigheid zich bij verschillende personen op onderscheidene wijze. Hoe het ook zijn moge, de algemeene indruk der eerste oogenblikken is, dat de manschappen zichtbaar zijn geschrikt. Wel zal het meerendeel den schrik spoedig te boven zijn gekomen en weder geheel geschikt zijn tot het behoorlijk uitvoeren hunner bezigheden of verrichtingen, maar desalniettemin waren zij, gedurende de voor de batterij meest beslissende oogenblikken, meer of min in een geestestoestand, waarin zij niet even zeker en normaal als anders die bezigheden kunnen vervullen, althans niet die artilleristische be zigheden, welke van den man meer dan werktuigelijken arbeid vorderen. Maar wat bovendien zulk een groot gewicht geeft aan het vuur, waaraan men in die eerste oogenblikken al dadelijk wordt blootge steld, is, dat daardoor het niet geschrikt personeel als het ware wordt aangegrepen door een aandrang tot overhaast vuren. Men moet den toestand niet licht tellen, waarin zich de artillerist bevindt, wanneer hij te midden van het op hem gerichte vijandelijke vuur, rechtop op dezelfde plaats moet blijven stilstaan. Onwillekeurig is ieder mensch geneigd, de hem eigene bewegelijkheid te benutten, om zich aan een onaangename positie te onttrekken. Waaraan anders bijv. toe te schrijven, dat zoo menigeen zich onbewust bukt voor de vijan delijke kogels. De vechtwijze der andere wapens houdt met deze eigenschap veel meer rekening, dan de onze. Aan het vijandelijke vuur blootgesteld, bewegen zij zich, en zij het dan ook, dat zij zich niet in willekeurige richting kunnen verplaatsen, zij bewegen zich ten minste. Kunnen zjj niet van plaats veranderen, dan zoeken zij dekking in het terrein, en zelfs al wordt daarin geen werkelijke dekking gevonden, dan nog heeft een veronderstelde of ingebeelde dekking reeds moreele waarde. Daarom is het zeer verklaarbaar, dat de artillerist, gedreven door natuurlijke neiging tot zelfbehoud, naar het schot verlangt, dat hem ten minste het gevoel verschaft, reeds iets tot zjjn verdediging te hebben gedaan. Maar deze aandrang geeft licht aanleiding tot overijlde en gevol- gelijk niet normale bediening. Komen in diezelfde oogenblikken verliezen voor van personen, die wegens hun bevelend of controlee rend aandeel bij het inschieten moeilijk ook slechts tijdelijk kunnen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 64