55
En op de vraag hoedanig men tot die keuze moet geraken, is
het antwoord: door behoorlijke verkenning.
Het is hier minder gemakkelijk zich met het innerlijke wezen der
zaak te vereenzelvigen, dan men wel denkt. Op het exercitieterrein
toch valt natuurlijk niets te verkennen, en op de schietterreinen is
het nagenoeg evenzoo gesteld. Ook hier geschieden de opmarsch
en opstelling op geheel bekend terrein, en is de batterijcomman
dant reeds te voren met aard, plaats en wijze van opstelling
van het doel bekend. Snelt de batterijcommandant hier dan ook
de batterij vooruit, zoo wordt daardoor meer eene verkenning na
gebootst, dan dat deze werkelijk plaats heeft. Want, wat bij een
gevecht werkelijk verkend zou moeten worden, is zoowel hem als
zijnen troep reeds bekend. Meestal geschiedt dit dan ook uit
sluitend alleen om een behoorlijke batterijstelling te kunnen doen
aannemen, en wordt men daardoor dus geheel aan het exercitieterrein
herinnerd.
Het gevolg van dit als het ware voortdurend aan de batterij gekleefd
blijven moet zijn, dat in werkelijkheid, bij verkenning, de batterij
commandant zich niet vrij voelt van zijn troep en dit hem bezwaart.
Hij weet niet met overtuiging, waar hjj zich behoort op te houden,
in de stelling of bij de oprukkende batterij, en in deze onzekerheid
laat hij de batterij zoo spoedig mogelijk opmarcheeren, of wel laat
hij de stelling in den steek, nog voor hij zich aangaande deze of den
opmarsch een juist begrip heeft gevormd.
Wat dienaangaande voorkomt in 103 t/m 107, zevende Les,
Batterijschool, 2e Gedeelte, is van zoo algemeenen aard, dat van een
eigenlijke verkenning daarin geen sprake is. De beginselen, daarin
aangegeven, kunnen op het oefeningsveld worden toegepast, en bij
een juiste uitvoering den toeschouwer bewijzen geven van de mate
van manoeuvreervaardigheid der batterij, maar in het gevechtsterrein
zijn zij niet uitvoerbaar.
Ongetwijfeld moet het aan de macht der traditie worden toegeschre
ven, dat de artillerie blijft vasthouden aan een vechtwijze, die, bij
andere wapens vergeleken, tot een verouderd tijdperk behoort.
Terwijl de infanterie zich bij gevechtsformatie oplost, de geringste
terreinbedekking, die zij bij haren opmarsch ontmoet, tracht te be-