59
strijd bevochten, bij de artillerie ligt de beslissing juist in de eerste
momenten van het gevecht, en wel wegens de groote beteekenis van
het inschieten. En naarmate bij de infanterie de invloed van de
hoogere chefs bij de beslissende momenten minder wordt, neemt de
mate van zelfstandigheid der lagere aanvoerders zoowel als van ieder
afzonderlijk individu toe. In de voor de batterij beslissende oogen-
blikken zijn de omstandigheden echter geheel anders. Juist in die
oogenblikken wordt aan ieder afzonderlijk individu de minste vrijheid
van handelen veroorloofd, en kan het minst de persoonlijke leiding
der officieren gemist worden, en wel het allerminst van den batterij
commandant. Moge het den luitenants ook al niet aan de theoreti
sche geschiktheid ontbreken, den batterijcommandant gedurende het
in het gevecht brengen der batterij te vervangen, zeker is het dat
zij de practische routine hiertoe slechts bij uitzondering zullen bezit
ten. En wat de onderofficieren betreft, deze zijn natuurlijk daartoe
in het geheel niet in staat, omdat hier de moedigste niets vermag,
wanneer hem, hoe eenvoudig het inschieten ook zijn moge, bepaalde
oefening daarin ontbreekt.
Zijn wij dus overtuigd van de groote waarde, die aan de leiding
der artillerie ook reeds vóór het gevecht moet worden toegeschreven,
het doel, dat men met ieder gevecht beoogt, geeft als van zelf aan, waar
van een goede leiding afhankelijk is. Dit doel toch is geen ander,
dan de moreele kracht van den vijand te breken, daarentegen de
onze te bewaren; zoo mogelijk te verhoogen.
Daartoe nu bezit de artillerie slechts één middel: het vuur. En
naarmate de werking der vuurwapens grooter is geworden, heeft de
moderne aanvalstactiek ook grootere beteekenis* gehecht aan de juist
heid van het schot, als het zekerste middel, om den vijand te schok
ken. Maar in gelijke mate is ook de moeilijkheid toegenomen, om
onze moreele kracht ongeschonden te bewaren. Dit kunnen wij be
reiken door verschillende middelen. In de allereerste plaats door
Discipline in de beste en meest uitgebreide beteekenis van het
woord; niet slechts mechanische gehoorzaamheid, maar die discipline,
welke werkt door het vertrouwenvertrouwen der manschappen, niet
slechts in den moed, maar ook in de geschiktheid hunner officieren.
Verder door oefeningen, die gegrond zijn op oorlogstoestanden, zoodat