74
welk geval noch cle dronkenschap, noch het misdrijf imputabel is,
maar een en ander voor rekening van dengene komt, die de dron
kenschap veroorzaakte of daarin deed handelen.
"Vreemd moge het beweren voorkomen, dat het misdrijf in vrijwillige
dronkenschap bedreven aan des daders schuld is toe te schrijven, en
echter dunkt het ons, dat men tot geen ander besluit zal kunnen
komen. De dader toch verkeert in eeu toestand van bewusteloosheid
en begaat een misdrijf, hetwelk men hem toch wel niet zal kunnen
toerekenen, ook al is het, dat die toestand ontstond door dronkenschap
het eenige, waarover hij zich in dergelijk geval te verantwoorden
heeft, is, dat hij zich vrijwillig, zorgeloos (culposé) in dien staat van
bedwelming gebracht heeft, en zich blootstelde aan het gevaar van
daarbij zich misdadig te gedragen.
Zonder verder te specialiseeren gelooven wij, dat de opgegevene
onderscheidingen toereikende zijn, om bij de gevallen van dronken
schap te worden in toepassing gebracht.
Wellicht zal men thans bij de afschaffing van art. 16 C. W. en
de toepassing der algemeene rechtsbeginselen op de dronkenschap
met schrik er aan denken, hoe menig misdadiger de dronkenschap te baat
zal nemen, om, zoo al niet zijne verontschuldiging er op te gronden,
ten minste zoo mogelijk buiten toerekenbaarheid en verantwoording
te blijven; edoch die angstvalligen des geestes, de voorstanders vati
de oude theorie, bij art. 16 C. W. eertijds gehuldigd, welke alleen
tot ongerijmde vonnissen aanleiding geeft, kunnen gerust zijn. Im
mers is het niet genoeg, zoodanigen toestand le heiverente veinzen
of als waarschijnlijk voor te stellenmaar moet die ook, hoe moeilijk
het meermalen zijn moge, bepaald en door afdoende daadzaken ge
staafd worden. Het is geenszins genoog, dat de getuigen verklaren,
dat de daad in dronkenschap is bedrevenzij moeten rekenschap
geven van hun weten, en, door opgave van onwankelbare omstandig
heden, niet alleen den graad van zinsverbijstering, maar ook de aan-
leidende oorzaken daarvan buiten allen twijfel stellen. Als leiddraad
bij het onderzoek mogen de navolgende behartigenswaardige woorden
van de Criminalisten Chauveau en Hélie dienen
„La. Justice doit marcher avec precaution; elle doit s'entourer de
tons les indices, interroger toutes les preuves, et de tons les éléments