80 Bij de dekking der werkers aan den weg Montassik Toeng- koep, waartoe een detachement van 120 man was aangewezen, kon eene voldoende macht vooruitgezonden worden tot opsporing van den vijand. Zoo gebeurde het ook op den llen September 1882, terwijl Njac Hassan zich in hinderlaag had gelegd in den kampoifg La m poeh- oeh. Het voorste échelon was echter juist zijne stelling omgetrokken, zonder dit op dit oogenblik te weten, toen door toevallige omstandig heden halt moest worden gehouden. Door het blazen van signalen, die hiervan het gevolg waren, werd de positie van het voorste échelon den vijand bekend, die zich dan ook overhaast wegspoedde naar kampong Bongtjalla, hetgeen door ons niet kon worden bemerkt, ten gevolge van de vele holle wegen, waarvan hij zich kon bedienen. Een en ander werd door een oud man, den eenig achtergebleven bewoner van Lampoeh-oeh, medegedeeld, terwijl bovendien de stelling, waarin de vijand ons had willen afwachten, aan achterge bleven wapens, pas verbruikte klappers, sirie, enz., enz. duidelijk was te herkennen. "Wanneer ik nu nog mededeel, dat het de eerste dag was, dat de échelons op die wijze werden toegepast, hoop ik voldoende te hebben aangetoond, dat zij aldaar met goed gevolg werden aangewend en dat door zoodanig marcheeren geen ernstige aanval door de Atjehers is durven ondernomen worden. Alvorens den normalen marschvorm van eenige troepenafdeelingen, zooals in het voorloopig voorschrift op den velddienst wordt aange geven, te bestrijden, zal ik vermelden hoe het m. i. moet wezen, daar ik hoop, dat de nadeelen van den in het voorschrift vermelden marschvorm alsdan spoediger in het oog zullen vallen. Een bataljon Infanterie, zelfstandig marcheerende, zou in een land, waar geen groote wegen aanwezig zijn, en dus gebruik moetende maken van de bestaande voetpaden, in drie échelons marcheeren, elk échelon ter sterkte van eene compagnie, terwijl de vierde com pagnie, naar de inzichten van den Bataljonscommandant, over de drie andere zou moeten verdeeld worden; hetgeen bj de bataljons, die ééne Europeesche compagnie hebben, het geval zou kunnen wezen; of wel één der échelons zou uit twee compagnieën bestaan. De

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 91