EEN ONBEREDENEERD VOORSTEL. Onder het opschrift Urgentie tot herziening van het voorschrift betreffende de wapenen en de schietoefeningen bij de Infanterie," komt in N°. 3 van het 1. M. T., jaargang 1883, een opstel voor van de hand van „Een Infanterist.Ieder, die het belang van de zaak begrijpt, zal zeker van den inhoud van dit opstel hebben kennis genomen, ten einde te vernemen, wat over die gewich ige aangele genheid wordt gezegdis het anderen gegaan zooals mij, dan heeft evenwel de lezing van dat opstel weinig bevredigd, integendeel de overtuiging doen ontstaan, dat de zaak met weinig ernst, vrjj opper vlakkig, soms met weinig kennis van zaken, enkele malen zelfs onjuist is behandeld. Vooreerst wordt geen voet bij stuk gehouden en beantwoordt de inhoud vati het opstel niet aan het opschrift; de urgentie enz. toch wordt in geenen deele aangetoond, de schrijver laat het voornemen daartoe aldadelijk varen, en zegt een vergelijkend onderzoek te hebben ingesteld, waarvan hij de vruchten aanbiedt. Daarnaar te oordeelen heeft hij het zich waarlijk vrij gemakkelijk gemaakt; voor een ver gelijkend onderzoek toch is noodig vergelijking en onderzoek, dus beschouwingen, gevolgtrekkingen, aanwijzing van leemten, voorstellen tot verbetering en gronden daarvoordeze nu vindt men, behalve op één plaats en dan nog onjuist, nergensmen vindt niets dan een aanhalen en naast elkander stellen van bepalingen uit twéé voor schriften zonder meer; veel soesah (waarvoor toch dit woord te gebruiken, mooi is het niet) is er alzoo niet gemaakt. Onder „wapenen en verdere wapenuitrusting" wordt gezegd, dat tot de wapenuitrusting niet langer behooren slotborstel, wisscher, loopfrisseher en hulzentrekker; inderdaad worden die voorwerpen niet in het Nederlandsche voorschrift genoemd; daarmede is echter

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 96