86
nog met uitgemaakt, dat zij, zooals men uit de vermelding zou moeten
aannemen, vervallen zijn en dus vroeger wel tot de wapenuitrusting
e oord hebbende raadpleging van het vroegere voorschrift (niet
in mijn bezit) kan dit uitwijzenik meen evenwel vrij zeker te weten,
dat in Nederland de loopfrisscher nooit tot de wapenuitrusting
behoord heeft.
In het overnemen van de bepalingen uit het „Voorschrift enz."
wordt m het opstel nog al met vrijheid te werk gegaan, tengevolge
waarvan onduidelijkheden en soms onjuistheden ontstaan, welke
voldoende aantoonen, dat het zeer gevaarlijk is officieele voorschriften,
vooral daar waar van een vergelijkend overzicht sprake is, niet
letterlijk over te nemen; zoo o. a. in de beschrijving van het Neder-
landsche vizier; daarvan wordt gezegd, dat dit op den linkervleugel
aan de buitenzijde verdeelstrepen heeft voor de afstanden tot en met
1800 M. met 100 M. opklimmende, op den rechtervleugel evenzoo
voor de afstanden 150 tot en met 650 M., terwijl in het voorschrift
staat 65 bldzd. 39)VOor de afstanden van 100 tot en met
1800 Mvoorde afstanden van 150 tot enz het ver
schil is niet onbelangrijk.
Bij de omstandigheden, welke van invloed zijn op den meerderen
of minderen tegenstand, dien de kogel bij het schieten ondervindt en
waarmede rekening gehouden moet worden bij het stellen van het
vizier, wordt de temperatuur maar niet genoemd en die is toch minstens
van evenveel, zoo niet meer belang dan de luchtdruk, daarbij veel
gemakkelijker waar te nemen; 66 v/h. Ned. voorschrift noemt
die dan ook wel degelijk.
Bij „het inschieten der geweren" wordt in het opstel gezegd:
„Het merk (lees merken?) met den koudbeitel heeft plaats, buiten
„ae bemoeienis van den geweermaker, bij de compagnie op het ter-
„rem terwijl eerst daarna de geweermaker er bij te pas komt, om
„de korrel middels (1) een koperen schroefje onbewegelijk vast te
„stellen;" terwijl men in het voorschrift leest 160): „Zoodra dit
(1) Dit fraaie woord is niet te vinden in de woordenlijst der Ned. taai van De
Vries en Te Winkel, 3de druk 1881; in de Indische kanselarijstijl en ook in re
glementen en voorschriften wordt het bizonder veel gebruikt en staat het in hoog
aanzien, voor velen heeft het een onweerstaanbare aantrekkelijkheid.