87 „het geval is, wordt op korrel en voetstuk een doorloopende inkeping „als merk geplaatst. Na het inschieten wordt de korrel door den „geweermaker met een koperen schroefje vastgezet." Het voorschrift zegt dus niet wat „Een Infanterist" het laat zeggen. In de bij het opstel gevoegde teekening is de breedte van de figuurschijf niet aangegeven en is verder niet vermeld hoeveel punten de treffers in de verschillende deelen tellen, wat bij de driemansschijf wel is geschied; bovendien stelt fig. 6 op de teekening voor de figuur- of eenmansschijf, hetgeen onjuist istusschen de figuur- en eenmansschijf bestaat een zeer groot verschil, elk van die twéé dient *ot verschillende doeleinden (bldzd. 27 en 29, 55 v/h. voorschrift). Welk nut de teekening van den Nederlandschen richtbok heeft zonder een enkel woord omtrent inrichting en gebruik en de ver melding der voordeelen boven den Indischen, is moeielijk te vatten* De schouderwering voor den waarnemingspost (in het Ned. voor schrift alléén waarnemingspost genoemd) bevindt zich niet 10 pas zij-, doch slechts 5 pas voorwaarts van de schijf, maar minstens 10 pas zij- en 5 pas voorwaarts enz. In het Ned. voorschrift wordt niet alleen gezegd dat de bovenkant van de korrel juist moet overeenkomen met den bovenkant van de vizierkeep, maar ook, en dat behoort bij het onderwijs in het richten 83, 2e), dat de korrel nauwkeurig midden in de vizierkeep moet genomen worden. De alinea waarin gesproken wordt over het in Nederland toe gestane aantal patronen is in het voorschrift niet te vindenwelke waarde aan het vermelde cijfer van 390 patronen moet worden gehecht blijkt genoegzaam uit de bijvoeging: „gesteld dat de man altijd pre sent was en de dienst geen enkele keer afgelast werdbovendien is. dat cijfer ook niet juist, aangezien geen rekening is gehouden met het bepaalde in de 3de alinea van 97, dat voor het gevechts- sehieten 149), en het eigenlijke gevechtsschieten 151 en volgende. Ook is het onjuist dat de schutters bij den aanvang der zomer- oefeningen weder beginnen met de oefening, waarin zij op 20 Maart warenzij beginnen met de eerste oefening der klasse, waarin zij op 20 Maart waren 103 bldz. 56); voorwaar geen gering verschil- Na opgave van de overgangsvoorwaarden in de verschillende klassen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 98