91
Afrikanen
Inlanders.
Ill
en
15341 kwamen voor, re-
pectievelijk
Europeanen
Afrikanen
en Inlanders
988 syphilis
[6812 venerische ziekten
2 syphilis
I 28 venerische ziekten
j 280 syphilis
I 3562 venerische ziekten
De hier bedoelde ziekte woedt dus in ontzettende mate onder de Eu-
ropeesche militairen, meer dan tweemaal zoo erg als onder de overige
minderen van het Leger.
Telt men de gevallen van syphilis en venerische ziekten bij elkander
opom daarna de procentsgewijze verhouding met de sterkte te be
rekenen [wat niet juist is, omdat wellicht vele lijders gedurende eenige
keeren in hetzelfde jaar als zoodanig zijn behandeld gewordenmaar dat
dan toch een juisten maatstaf geeft van het verschil in veelvuldigheid
dier ziekte onder de verschillende landaarden]dan verkrijgt men bij de
Belooningen en Straffen. Over het algemeen zijn de cijfers van de
statistiek der veroordeelden en andere gestraftenin vergelijking met
vroegere jarenniet ongunstig. Als vermist (meerendeels gedeserteerd)
werden in 1882 afgevoerd 27 Europeanen en 327 Inlanders. In het Huis
van Arrest te Samarang bevonden zich op 31 December 1882 234 Eu-
ropeesche en 54 Inlandsche gedetineerden. Bij de strafdetacliementen
waren te zelfder tijd 103 Europeanen en 81 Inlanders. Er werden in
1882 18 militairen minder gedegradeerd dan in 1881.
Betreffende reglementen en voorschriften wordt o. a. aangeteekend,
dat bij het Departement van Oorlog in bewerking zijn verschillende voor
schriften betreffende detachementen suppletietroepen, repatrieerende mi
litairen enz., een en ander in verband met het nieuwe reglement op de
toekenning van overtocht van Nederland naar Nederlandsch-Indië en om
gekeerd, (Indisch Staatsblad 1882, No. 125) en dat in den loop van 1883
een handboek voor den Indischen geniesoldaat in druk verschijnen zal.
Yan de cantines wordt ten slotte gezegd, dat zij „vooruit" gaan. In
Europeanen
Afrikanen.
Inlanders
57 pet.
27 pet. en
25 pet.
Verdere commentaar is overbodig.