- 92 1882 steeg het totaal bedrag van het voordeelig saldo van ruim 116.000 tot p. m. 136.000, terwijl de gehouwen, het meubilair en de bibliotheken eene waarde vertegenwoordigden van 372.000 tegen f 343.000 in 1880. Het militair spaarfonds sloot bij het einde van 1881 met een saldo tegoed van f 150.154. Wij wenschen onze nalezing van het Koloniaal Verslag te besluiten met eene korte mededeeling betreffende de bekende, „niet rechtstreeks tot het Leger belioorende korpsen." De toestand der schutterijen was gewoon goed of slecht, alnaarmate men eenmaal daarover een oordeel heeft; de sterkte verminderde op Java van 1741 op 1615, terwijl zij vermeerderde op de Buitenbezittingen van 2400 op 2407. Yan een voorgenomen reorganisatie der schutterkorpsenvan een deugde lijker oefening in het schieten, geen woord. Een schutter in Indië is een in militair pak uitgedoscht landsburger, die niet schiet. Dit is althans regel. Alleen te Ambon vindt men artillerie-schutterij, sterk 2 officieren en 87 minderen. Yan Gorontalo wordt aangeteekend, dat de bij het nieuwe schutterij- reglement voor de residentie Menado ingestelde compagnie nog niet is opgericht. Dat nieuwe reglement is nu 5 jaar oud (Indisch Staatsblad 1878, No. 107) De instelling toen ter tijde van een nieuwe compagnie, waarvan 5 jaar later nog geen zweem bestond, karakteriseert, hoe ernstig men in Indië de schutterkorpsen waardeert Het grenst somwijlen aan het komieke. Yan de voorgenomen uniformverandering, het sedert 1853 aanhangige vraagstuk der hoofdbekleeding ende geschiedenis van de meeste Indische schutterkorpsen kan een geestige vaudeville geschreven worden, alleszins geschikt om de bezoekers van liefhebberijcomediën naar hartelust te doen lachen. De scheiding van de bij de hoven van Soerakarta en Djökdjokarta. dienstdoende ruiterij van de militaire cavalerie kwam 1 October 1882 tot uitvoering. De kleeding en bewapening dier ruiterij bleven zooals deze was vóór hunne scheiding. De Luitenant Kohn heeft in 1882 afdoende bewezen, dat zijn ruiters niet voor die van het Leger behoeven onder te doen. De op 57 plaatsen van Java bestaande detachementen pradjoerits waren schier alle compleet enin bevredigenden toestand. Alleen te Probolinggo en Bezoekie leverde de werving van geschikte elementen moeilijkheden op.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 103