Van den toestand der legioenen der zelfstandige prinsen in Soerabarta en Djokdjokarta was volgens het Koloniaal Verslag ditmaal geen bericht ontvangen. Aangaande de barisans op Madoera, die thans enkel uit Infanterie be staan, trof ons de mededeeling, dat die van Bangkallau en Painakassan goed geoefend zijn, de laatste zelfs in geoefendheid met de beste In- landsche troepen van het Leger kan wedijveren. Wat de sterkte van al die korpsen betreft op 31 December 1882, wordt vermeld Pradjoerits 2039 Legioen van Pangeran Prang Wedono (Soe rabarta) 816 met 39 officieren Legioen van Pangeran Pakoe Alam (Djokdjo karta) 428 18 Barisans op Madoera1898 63 Lijfwachten-dragonders97 2 Totaal5278 met 122 officieren. Hopen wij, dat de Madoereesche barisans, hoe hoogelijk ook in het Koloniaal Verslag geroemd, weldra tot de geschiedenis zullen behooren, gelijk het Legerbestuur reeds sedert geruimen tijd heeft in overweging- gegeven. De officieren van het Indische Leger hebben de Madoereesche bari sans in Atjeh aan het werk gezien en~_~~~hebben er sedert genoeg van. NederlandNovember 1883. X. Verbetering der positie van de onderofficieren. Dikwijls wordt de aandacht gevestigd op het verkrijgen van goede onderofficieren. Zoowel in Nederland als in Indië kost dat veel moeite. Het is daar om van groot belang ook alles in het werk te stellen, om goede onder officieren te behouden. Daartoe behoort ook gewis alles, wat strekken kan om hunne positie in het Leger te verbeteren. Daarom hier een paar opmerkingen in hun belang. Ie. Zou het billijk zijn, dat zij van het Gouvernement ontvingen eene voldoende hoeveelheid servies voor de onderofficierstafel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 104