98 Niettemin blijft de behoorlijke voorziening in het kader onderofficieren en korporaals, vooral bij het hoofdwapen, een punt, dat stellig de aan houdende zorg van het Legerbestuur vereiseht. Wij voor ons koesteren de hoop, dat de sedert November 1882 opgerichte Kaderscholen bij de Infanterie evengoed in de behoefte zullen kunnen voorzien als reeds bij de Artillerie en Genie het geval is. Wel weten we, dat men op vele bezwaren stuit; dat de hoogst primitive inrichting van die Infanterie-kaderscholen het goede doel gedeeltelijk in in den weg staat maar ook zijn wij overtuigd, dat het plichtsbesef, de ijver, de toewijding van de officieren, aan wie zulke gewichtige belan gen zijn toevertrouwd, zullen strekken tot correctief van de in deze aan den dag gelegde zuinigheid. „Zuinigheid". We bezigen het zachtste woord. Ook wij zijn, in beginsel, vóór zuinigheid. Ook wij haten alle inpro- ductieve uitgaven. Maar wij betreuren het, dat de achtereenvolgende Ministers in stede van rekening te houden met de in tijdschriften en dagbladen geleverde betoogen steeds doorgaan met, ten laste van de Koloniale Begrootinghet Werfdepot te Harderwijk te bestendigen op een voet, dieja, die ons, Indische officieren, wel eens doet twijfelen aan den ernst en het gezond verstand van de machthebbenden. Wij allen kennen de onbevredigde Indische behoeften. Niet alleen de Legerbehoeften, maar ook die van den dienst in het algemeen. En als we dan zien, dat op de begrooting voor het dienstjaar 1881 weder 77 duizend gulden zijn uitgetrokken voor een korps als het Koloniaal Werf depot, komen ons de geringe sommetjes voor den geest, waarmede in zéér dringende Indische Legerbehoeften zou kunnen worden voorzien. Mie denkt hier niet dadelijk aan het onderwijzend personeel bij de Militaire School, de Voorbereidende Cursussen en de Kaderscholen. We komen daarop hieronder terug. En welk een weelde bij het Werfdepot, wat het personeel betreft! Ga maar eens na: 1 majoor-commandant [vroeger liefst een Kolonel der Infanterie; een hoofdofficier alzoo van den rang, waarvan de Infanterie van het Indische Leger er slechts vijf telt]1 eerste luitenant-adjudant; 1 eerste luitenant voor speciale diensten; 1 kapitein kwartiermeester; 1 tweede luitenant-kwartiermeester; 1 kapitein, admi nistrateur van kleeding en wapening1 officier van gezondheid lste klasse 1 idem 2de klasse; 3 kapiteins; 3 eerste luitenants; 3 tweede luitenants1 apothekersbediende; 3 adjudant-onderofficieren; 1 korporaal-hoornblazer5 schrijvers; 1 mr. kleermaker; 1 mr. schoenmaker; 1 mi', geweermaker; 3 ser geant-majoors: 21 sergeanten; 3 fouriers30 korporaals en 6 hoornblazers

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 109