109
hei; reglement bleef een samenvoegsel van allerlei onderwerpen, voorden
een onnoodig, voor den ander te beknopt en vol leemten. En toen de
comptabiliteitswet van 1864 een groot deel der bestaande comptabiliteits-
voorscbriften omverwierp en het financieel beheer der Koloniën op eeno
nieuwe leest schoeide, was aan het Herdrukt Administratie-reglement de
genadeslag toegebracht. Het werd grootendeels onbruikbaar.
Op het Departement van Oorlog rustte toen de taaknieuwe voor
schriften voor de administratie van het Leger samen te stellen.
Dat die taak zeer omvangrijk was, zal ieder beamen, die weet, dat
de kennis van hetgeen voor de administratieve eenheden of inrichtingen
van het Leger bruikbaar en practisch isbij de vervaardiging van
een nieuw voorschrift wel de hoofdzaak, maar, hoe moeilijk.ook, toch het
gemakkelijkste gedeelte der taak is, omdat die voorschriften niet alleen
tot elkander in nauw volledig verband moeten staan, maar zich ook die
nen aan te sluiten bij de algemeene Rijkswetten en beginselen van fi
nancieel en comptabel beheerwaarvan de militaire administratie slechts
een onderdeel uitmaakt.
De hervormer op administratief gebied heeft dus met meer factoren
rekening te houden dan de ontwerper van een zuiver militair voorschrift,
dat met bepalingen en regelingen buiten het Leger in geene betrekking
staat. De arbeid van den laatste wordt buitendien slechts aan de be
oordeeling en beslissing van militaire autoriteiten, dus van bevoegden,
onderworpeneerstgenoemde daarentegen heeft vaak te kampen uiet mee
ningen en uitleggingen van machthebbenden buiten het Leger, welke
slechts rekening houden met hetgeen binnen hun bereik isdus niet of
niet genoeg met de bijzondere eischen van de militaire toestanden.
Vandaar dat het scheppen eener nieuwe Legeradministratie eene zoo
netelige en ondankbare taak is. In Nederland, waar de administra
tieve bepalingen een waren chaos vormenRebben de pogingen om hierin
orde, beknoptheid en eenheid te brengen tot dusver nog niet het ge-
wenschte resultaat opgeleverd. Ook in Frankrijk, waar anders zooveel
op militair gebied is gewijzigd, heeft men nog geen kans gezien, het
onder Louis Philippe uitgegeven en verouderd reglement op de ad
ministratie der troepen door een beter te vervangen. Alleen de reorga
nisatie der bepalingen betreffende den werkkring der Intendance kostte
daar 11 jaren schnjvens en wrijvens, om uit te loopen op het ontwerp
van 1882, dat, volgens de verklaring van den Minister van Oorlog, faute
de mieux en omdat men het overwegen moede wasder Kamers ter goed
keuring werd aangeboden.