113
Ook ons is het verschil in behandeling niet wel verklaarbaar. We
gelooven intusschen, dat ivettelijke regeling, zooals Brutus wenscht,
ten deze wel achterwege kan blijven. Een eenvoudig Koninklijk besluit
zal o. i. al hoogst voldoende zijn.
Aan het onderdeel Militaire Rechtspleging worden door Brutus slechts
weinige regels gewijd.
Naar onze meening ten rechte.
Zijn vlugschrift toch moge het blijken een meer blijvenden indruk
achter te laten dan met het meerendeel van zulke pennevruchten het
geval is geweest zijne brochure dan, is hoofdzakelijk bestemd tot het
geven van eenige wenken aan de Volksvertegenwoordiging. Deze nu
heeft, laatstelijk bij de behandeling van de sedert in het Nederlandseh
Staatsblad van 1879, onder de N03. 191 en 192, opgenomen Wetten tot
wijziging respectively k van het Crimineel Wetboek en van het Re
glement van Krijgstucht, beide voor het Krijgsvolk te Lande, reeds ver
klaard, in te stemmen met de ook door Brutus aangeheven klacht, dat
de militaire wetboeken slecht zijn. Haar daarop nog eens te wijzen,
zou alzoo weinig nut hebben.
Blijkbaar is het aan Brutus onbekend gebleven, dat de bedoelde
wetten ook van invloed zijn geweest op het Indische Leger.
In het Indische Staatsblad van 1882 toch [N03 54 en 55] zijn afge
kondigd de Koninklijke besluiten van 13 October 1882 [Nos. 26 en 27],
waarbij eenige wijzigingen in de eerstgenoemde wettelijke voorschriften zijn
gebracht, voor'zoover deze op ons Leger van toepassing zijn.
Wel moeten wij Brutus toegeven, dat er nog zeer veel te doen over
blijft, maar de billijkheid vordert toch, te erkennen, dat door de bedoelde
wijzigingen ze mogen dan ook niet „afdoende" kunnen worden genoemd
een flinke stap is gezet in de goede richting.
Na alles, wat in 1879 is aangevoerd vóór de geheele en tegen de
gedeeltelijke herziening, blijft de hoop bestaan, dat, zoodra een tweede M o d-
derman zal zijn gevonden, die zulk een omvangrijken arbeid durft te enta-
meeren, hij kan rekenen op de krachtige medewerking van de Tweede Kamer.
Of de voor het Indische Leger vastgestelde wijzigingen in het Crimi
neel Wetboek doelmatig zijn, nu dat Leger niet uit Europeanen alleen
bestaat, zal de practijk moeten leeren. Volgens de dagbladen zouden
reeds leemten zijn ontdekt, welke spoedige voorziening eischen. Enkele
der bedoelde klachten kwamen ons echter ongegrond voor. Blijkbaar
waren ze neergeschreven door personen, die niet voldoende op de hoogte
8