3 22
verlofstraktementen geen gelijken tred hebben gehouden met de prijzen
der eerste levensbehoeften in Europa. Aan het hoogst onvoldoende van
die traktementen is door Brutus geen woord gewijd. Mogen ze niet
buiten beschouwing blijven bij de aanhangig gemaakte herziening van
de voorschriften op de buitenlandsche verloven
Brutus wijdt overigens nog eenige regels aan de aanhoudend gewij
zigd wordende beginselenwaarnaar titulaire rangen worden verleend
of, wat juister is: niet verleend, daar het immers eene groote zeldzaam
heid is, als een Indisch officier dien rang verkrijgt. Ieder zal zijn
beschouwingen dienaangaande gaarne onderschrijven.
Het is een treurig verschijnsel, dat reeds gedurende vele jaren die
„beginselen?" zijn veranderd overeenkomstig de inzichten van de zich
meestal snel opvolgende Ministers van Koloniën. Een gevolg hiervan is
geweest, dat menig verdienstelijk officier, ten volle vertrouwende op de
gepubliceerde beginselen, zich bitter teleurgesteld zag, doordat hem, op
grond van niet-gepabliceerde beginselen of hoe men zoo iets noemen
wil bij zijne pensionneering de titulaire hoogere rang werd onthouden.
Een ander gevolg, dat echter van meer ernstigen aard kan worden, bij
eventueele inactiviteit-herstelling, is dat, waarop ook Brutus wijst, n. 1.,
dat reeds nu eenige in ancienneteit jongere officieren den titulairen rang
voeren, die den actief dienenden ouderen kameraad nog moet te beurt vallen.
Eene regeling bij de wet komt ons niet noodig voor. Maar wel eene
regeling bij Koninklijk besluit, en niet, zooals thans, bij Koninklijk ka-
binetsrescript; eene regeling alzoo, welke, in het Staatsblad afgekondigd,
voor allen verbindbaar is. Thans weet niemand, waaraan zich te houden.
Beter nog zouden we het achten, het verleenen van titulaire rangen
geheel af te schaffen. Maar dan natuurlijk óók bij het Leger in Nederland
en bij de K. N. Marine. Onder de tegenwoordige omstandigheden echter
zal de Regeering daartoe niet licht overgaan.
Laat ons thans onze meening samenvatten over 't geen Brutus in
een dertigtal bladzijden bracht onder de aandacht van hen, die invloed
kunnen uitoefenen op den gang van zaken. Laat ons daarbij bedenken,
dat hij slechts gaf: „Eenige ivenken op Indisch-militair gebied."
Niettegenstaande op enkele plaatsen is gebleken, dat Brutus heeft
gebruik gemaakt van verjaarde aanteekeningen, heeft hij zijn arbeid op
verdienstelijke wijze verricht.
Hem komt daarvoor den dank toe van het Indische Leger,