131 8e Bataljoa wachtte dus met te landen; maar intusschen begon de toestand der sloepen vrij bedenkelijk te worden. Ue branding nam toe in hevigheid, de richting en het verband der sloepenliniën gingen verloren; enkele sloepen raakten met elkander in botsing en alle sloepen kwamen meer in de branding. Eensklaps werd van boord der schepen gezien, dat de sloepenlinie met het 8e Bataljon met snel heid de kust naderde en de sloepen als 't ware op het strand wer den geworpen. Kort daarna stond gelukkig het bataljon op het strand. Yan den vijand werd niets bespeurd. Het gros der vijandelijke macht had zich in de vlakte van Kiran, nabij de kust, opgesteld. Kaar het scheen had men in Samalaugan daar alleen de landing onzer troepenmacht verwacht. Die landing was thans slechts door de hevige branding bemoei lijkt, een voordeel, dat groot was, want had zich slechts een hon derdtal goedgewapende Atjehers bij ons landingspunt verzameld, om de landiug onzer troepenmacht te beletten, dan zoude deze in de gegeven omstandigheden ongetwijfeld zeer zware verliezen hebben geleden. De raad van Soetan Maharadja bleek dus een goede te zijn geweest. Intusschen waren ook 2 compagnieën van het 2° Bataljon Infanterie geland en hadden zij aan het straud positie genomen. Terwijl het 8C Bataljon naar het binnenland oprukte (1), ontving de Kapitein- Luitenant ter zee Yan der Hegge Spies van den met het toezicht over de landing belasten officier der Marine het bericht, dat het debarquement van het 8e Bataljon was geschied, zonder zijne bevelen af te wachten, een 13tal sloepen tegen het strand verbrijzeld was en de toestand der zee van dien aard was, dat aan eeue voortzet ting der landing niet te deuken viel. Dit ongunstig rapport werd den Bevelhebber medegedeeld, die daarop aan boord van Z M. stoomschip Watergeus, des voormiddags 11 ure van den 10™ Au gustus, de volgende bevelen gaf aan den commaudant van het 8e Ba taljon Er bestaat kans, dat de gemeenschap met cle reede verbroken kan worden. Buk daarom niet verder voort en wikkel u niet in gevecht. De troepen moeten misschien weder embarqueerenom beter Uur van aankomst evenals van vertrek mij niet bekend, (1) Op welk uur is mij onbekend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 142