140 uitslag met de troepenmacht het binnenland zoude kunnen binnenruk ken. Voorloopig was het noodig, de gedebarqueerde troepenmacht zich aan het strand te doen staande houden en hare behoeften aldaar zoo min mogelijk op te voeren. Daartoe behoorde in de eerste plaats het aantal dwangarbeiders tot een minimum te beperken want het kostte aan de Marine toch reeds groote inspanning, om het hoog noodige voor de gedebarqueerde troepenmacht aan wal te brengen. Het 8e Bataljon b. v. telde met zijn nasleep van ambulancekeuken koelies, enz., ruim 500 hoofden en het zal wel overbodig zijnmede te deelen, dat er een groot aantal dwangarbeiders noodig was, om in de behoeften van al die mensehen te voorzien j vooral wanneer daartoe ook water zoowel om te drinken als te koken behoort. De afstand van het strand was wel is waar linea recta slechts 500 M. en dus zoo groot niet, maar om dien afstand af te leggen, had men een half uur noodig, het zeer smalle voetpaddat moest worden gevolgd, kronkelde zich vrij onregelmatig door het meergenoemde bosch en op dien weg behoorden natuurlijk de noodige veiligheids maatregelen te worden genomen. Het hoofddoel, met den opmarsch van het 8° Bataljon beoogd, was, althans in de eerste dagen, niet meer te bereiken. Dat doel het werd reeds gezegd was het nemen en bezetten van de kam pong Pengilit. Dat doel thans reeds te willen bereiken, had de voorziening in de behoeften der gedebarqueerde troepenmacht nog moeilijker gemaakt. Dit moest dus tot later worden uitgesteld. Het was op dit oogenblik noodig, zich met een minimum van behoeften aan het strand staande te houden. Naar aanleiding van deze over wegingen achtte de Bevelhebber het dan ook wensehelijkhet 8e Ba taljon naar het strand te doen terugtrekken, ten einde daar met het 2e vereenigd en gezamenlijk verschanst te worden. Ten einde even wel zoodoende den vijand niet te toonen, dat het terugtrekken een gevolg was van zijn nachtelijken aanval, ontving de commandant van eerstgenoemd korps den last, in de door hem ingenomen stelling tot den volgenden dag te blijven. De Bevelhebber en de Chef van den Staf gingen in den namiddag weder naar boord terug. Maatregelen waren getroffen, om het 8C Bataljon uit het strandbivouac van het noodige te voorzien. In den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 151