142
menbesloten tusschen palen of reeds bestaande hoornenlater lean
aarde worden aangebracht. Kan hetdan neme men enkele gestrande
sloepen in de vuurlijn op. Het 8° Bataljon moe} in den namiddag
het bivouac naar het strand verleggen. De commandant van het 8e
Bataljon ontving den last, tegen den avond naar het strand terug te
trekken, daar het bevel over de reeds gedebarqueerde troepen op zich
te nemen en den volgenden morgen 2 compagnieën van het 2e Ba
taljon naar het uiteinde van het bovenbedoelde bosch te zenden om,
zoo noodig, den vijand te beletten, zich in den omtrek daarvan te
nestelen. Die twee compagnieën moesten in den avond van den 12on
Augustus weder naar het strandbivouac terugkeeien.
Ook de nacht van 12 op 13 Augustus ging rustig voorbij; maar
de branding op de kust was niet verminderd. Het kostte de grootste
moeite en inspanningalles wat zich reeds aan wal bevondvan het
noodige te voorzien. En wat moest nog ontscheept worden! Het
3° Bataljon en de Artillerie bevonden zich nog aan boord. Men kon
tot de landing van het nog geëmbarqueerde gedeelte der troepenmacht
niet overgaan, omdat de zekerheid werd gemist, al de troepen van
het noodige te kunnen voorzien. Het aantal beschikbare vletten
de eenige vaartuigen, waarmede, met eenige kans van slagen, het
strand kon worden bereikt was ook reeds verminderddaar eenige
door het voortdurend gebruik onder de ongunstigste omstandigheden on
bekwaam waren geworden. De algemeene toestand der expeditionaire
troepenmacht kon dus niet gunstig worden genoemd en alles liet zien
dat de kansen op verbetering eerder af-, dan zouden toenemen.
Dit gaf den Bevelhebber aanleiding, den 13™ Augustus met den
commandant der Marine aan boord van het vlaggeschip eene con
ferentie te houden, ten einde, na onderling overleg, te beslissen, wat
in de gegeven omstandigheden behoorde te worden gedaan. Aan
die conferentie namen ook deel de Chef van den Staf, de commandanten
der aanwezige oorlogsschepen, benevens de Assistent-resident D'Engel-
bronner en de Controleur der le klasse Van Heuckelum. De con
ferentie werd geopend door den commandant der Marine, onder bloot
legging van den toestand, zooals die hierboven reeds in korte trekken
werd geschetst, daarbij opmerkende, dat het bjj den dag al moeilijker
werd, de gedebarqueerde troepenmacht van het noodige te voorzien