144 vernuftige denkbeeld, om de kruitkisten der Marine voor het aan val brengen van den voor de gelande troepenmacht bestemden voor raad te gebruiken. Die kisten konden nog al veel bergen en lucht dicht worden gesloten. Men behoefde die slechts te vullen aan boord van bovenbedoelde laadprauwen, zorgvuldig te sluiten, daarna in eene o-roote sloep zoover mogelijk in de branding te brengen, om ze vervol gens met een touw zonder eind naar den wal te doen trekken, daar te ledigen en langs het andere einde van het touw weder naar de sloep terug te halen. Toen dit middel algemeen als het beste en eenigst uitvoerbare werd aangenomen, verklaarde de commandant der Marine, dat deze er voor zoude zorg dragen, dat aan den wal steeds het noodige voorhanden was voor de gelande troepenmacht. Daarop o-af de Chef van den Staf te kennen, dat er dan ook geene reden meer bestond, om die troepenmacht weder in te schepen en zij dus moest blijven, waar zij was, in afwachting van gunstiger omstandigheden voor de voorzetting der operatiën. In dien geest werd vervolgens door den Bevelhebber beslist. Hij bepaalde daarbij, dat zoodra het 3e Bataljon en de Artillerie waren gedebarqueerd en de geheel gelande troepenmacht voorzien zoude zijn van vivres voor een zestal dagen en eene voldoende munitie aan wal in voorraad zoude zijn, de operatiën in het binnenland een begin zouden nemen. De Chef der Intendance ontving alsnu bevelen, in overleg te tre den met den marineofficier, belast met de ontschepingsmiddelen, op dat het lossen van alles wat voor die troepenmacht noodig was, geregeld en met den meesten spoed kon plaats hebben. De com mandant der Artillerie kreeg dezelfde opdracht. De Marine zoude zooveel mogelijk zeilen en zoo noodig andere goederen verstrekken, om voor de reeds gedebarqueerde troepenmacht tenten op te slaan, dat daar het strand niet de minste dekking opleverde zeer nood zakelijk was. De Chef van den Staf verzocht en verkreeg de ver- Kaar dit denkbeeld zijn, volgens het project van den Kolonel-ingenieur Erme- linc, in 1878, bij den Constructiewinkel te Soerabaja transportajlinders voor muni tie en natte en droge waren gemaakt, om ze eventueel bij onze Indische expeditiën in gevallen als dit te kunnen toepassen. Met zjjne oorlogsdrijvervlotten hadden zij meer vermeld mogen worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 155