145
gunning, naai' den wal te gaan, ten einde daar voorloopig het bevel
over de gedebarqueerde troepenmacht op zich te nemen en alles te re
gelen, wat voor de voortzetting der operatiën noodig werd geacht.
De gevolgen van het langdurig verblijf aan boord der schepen
van de nog niet gelande troepen bleven niet uit. Aan boord toch
van het stoomschip Devonhurst had men op dat verblijf van het Be
Bataljon niet gerekend; de watervoorraad werd onvoldoende en om
dezen aan te vullen, was het schip genoodzaakt, naar Poeloe Pinang
te stoomen.
Aan den wal werd dagelijks gewerkt aan de voltooiing van de
verschansing. Deze kreeg den vorm eener lunette, waarvan de flan
ken zich nagenoeg tot in zee uitstrekten; bij hoog water kon men
er niet buiten langs; vóór het buitentalud werd eene zware verhak -
king aangebracht; in de flanken waren ingangen gemaakt. Het in
wendige van het werk ontving langzamerhand als het ware de ge
daante van een kamp. Achtereenvolgens verrezen zooveel mogelijk
in regelmatigen vorm van de aan wal gebrachte oude scheepszeilen
teuten voor de zieken en gewonden, daarna voor de vivres en muni
tie en eindelijk voor de militairen. Later werd een voorraad bam
boe en atap ontscheept, waarvan zeer goede hutten werden gemaakt.
Het aan wal brengen van den noodigen voorraad werd dagelijks
met den noodigen ijver voortgezet. De meeste inspanning kostte
de aanvulling van voldoende wateralle oorlogsschepen leverden daar
toe hun contingent; maar het kostte veel, zoowel voor de machines
als de menschen, om in de behoefte te blijven voorzien. De Chef
van den Staf liet daarom beproeven, aan het strand putten te gra
ven; dit gelukte in zooverre, dat voldoende water werd verkregen
om te kooken; de putten hadden slechts 1 M. diepte en, met
jeneverkisten opgetrokken, een vocht, dat, scheikundig onderzocht,
onschadelijk was en veel op zoogenaamd zak- of grondwater geleek
en derhalve eene onooglijke kleur had en ook niet bij thee of koffie
kon worden gebruikt.
Door het bosch werd een weg van 4 M. breedte getraceerd,
niet in rechte lijn, maar met een kleine bocht, om daardoor te be
letten, dat de vijand langs dien weg des nachts het bivouac kou