147 Voor de verkenning op den 19on Augustus werden bestemd: a. het 2e Bataljon met eene sectie Artillerie, den weg naar het binnenland nemendeen b. het 8e Bataljon, dat den weg langs het strand moest volgen. Laatstgenoemd korps, waaraan de Majoor Palmer werd toegevoegd, marcheerde in den vroegen morgen van dien dag ongestoord tot op 800 passen van de vijandelijke versterkingen aan de koewala Tamboewa, toen daaruit het vuur werd geopend. Dit vuur werd niet beantwoord. Van den vijand zag men niets. Wel kon men uit den laag bij den grond opstijgenden rook opmaken, dat hij aan het strand ingravingen had gemaakt, die goed bezet waren. De nadering onzer troepen aan die zijde zoude dus meer dan waarschijn lijk niet zonder strijd plaats hebben. De Majoor F. W. Meijer was juist bezig, de vijandelijke positie met het gewapend oog waar te ne men, toen hij door een matten kogel in de borst werd getroffen, waardoor hij genoodzaakt werdzich een paar dagen later naar het ziekenschip te begeven. Na verkenning der vijandelijke positie, keerde het 8C Bataljon naar zijn bivouac terug. Die verkenning had de zekerheid gegevendat de nadering van koewala Tamboewa langs het strand geene bijzondere moeilijkheden zoude opleveren. Het 2e Bataljon en de daarbij gevoegde sectie Artillerie verlieten het bivouac langs den bovenbedoelden opengekapten en reeds tame lijk goed gebaanden weg.- Een compagnie volgde echter een voetpad, dat nabij de .oostzijde van het bivouac door het bosch liep. Deze verkenning, waaraan de Chef van den Staf deelnam, werd voortge zet tot op de plaats, aangegeven in de hierbij gevoegde schets en door den vijand niet bemoeilijkt. Wel had zich een groot aantal Atjehers vereenigd in de langesmalle kampongstrook ten noorden van de kampong Tamboewa; doch onze troepen bleven zóó ver van dat gedeelte verwijderd, dat de vijandelijke lillaschoten hun geen nadeel konden toebrengen. Yerder door te marcheeren, werd over- In welken marschvorm dit korps heeft gemarcheerd, hoe groot de doorloopen afstand was, is mij, evenals uur van vertrek en aankomst en marschindeeling bij den op- en terugmarschonbekend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 158