148 bodig geacht, omdat reeds de voldoende zekerheid was verkregen, dat het binnenland zonder de minste moeite langs den afgelegden weg was te bereiken. Op den terugmarsch marcheerden deze troe pen door de kampong Pengilit toenoeng en kwamen daardoor in den rug van eene nog al tamelijk uitgestrekte linie loopgraven, door den vijand in de voorafgaande dagen aangelegd, om de dagelijks mar- cheerende detachementen onzer troepenmacht te bestoken. iSadat den Bevelhebber de uitslag van beide verkenningen ge rapporteerd was, gaf hij onmiddellijk de noodige bevelen voor den volgenden dag 20 Augustus tot bemachtiging van de vijandelijke positie bij koewala Tamboewa. Voor den aanval werden twee colonnes bestemd. De rechtercolonne bestond uit 3 compagnieën van het 3e en 1 compagnie van het 8e Bataljon, benevens eene sectie Artillerie en de noodige ambulance. Zij had de opdracht, den aanval langs het strand te verrichten. In verband met de opdracht aan deze colonne, had de commandant der Marine de uitnoodiging ontvangen, een drietal oorlogsschepen langs de kust te doen stoomen, zoodanig, dat zij het hoofd dezer colonne eenige honderden meters vóór bleven deze schepen moesten voortdurend op den vijand vuren, totdat de landmacht tot den aanval zoude overgaan. Deze colonne stond onder de bevelen van den Luitenant-Kolonel W. J. J. Docters van Leeuwen. De bevelhebber der expeditie had zich bij deze colonne gevoegd. De linkercolonne, sterk 3 compagnieën van het 2e Bataljon, benevens eene sectie Artillerie en eene ambulance, 'stond onder de bevelen van den Majoor der Infanterie P. E. J. H. Van Dompseler. Zij ontving de opdracht, de bovenbedoelde vijandelijke positie aan de zuidzijde om te trekken en haar marsch te nemen langs den op den vorigen dag verkenden weg. Deze combinatie slaagde naar wensch. De vijand ziende, dat het onzen troepen thans ernst was, met hem aan te vallen, en door de beweging van het 2e Bataljon bevreesd, een veiligen terugtochtsweg te moeten prijsgeven, daar hij in zijnen rug eene soort van lagune had, gaf zijne positie aan de koewala Tamboewa zonder slag of stoot weg aan de rechtercolonne. De aldus bemachtigde posjtie bestond De in de vorige noot gestelde aanteekening geldt ook hier,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 159