4
Voor deze personen is de gewraakte alinea duidelijk. Ten over
vloede wordt aangeteekend, dat deze volzin is voorgelegd aan 2 Eu-
ropeesclie onderofficieren, 2 Europ. korporaals en 2 fuseliers van gelijken
landaard, die allen den juisten zin hebben opgevat. Het is dus wel
te verwonderen, dat een kapitein zooals de beoordeelaar zich voor
stelt daarvan eene opvatting heeft gekregen, welke door die van
mindere militairen in de schaduw wordt gesteld.
15 lett. m. Omtrent deze wordt de opmerking gemaakt, dat
het goed ware geweest te zeggen wat men door „rizophoren" verstaat.
Zulk eene toevoeging is minder noodig, omdat men mag aannemen,
dat zij die eene tactische verkenning moeten maken uit de Terrein-
leer weten wat „rizophoren" zijn.
Dat niet aannemende, zou ook eene beschrijving moeten worden
opgenomen van „aloë."
Deze beschrijvingen zouden bovendien niet moeten voorkomen
in 15, waarin alleen de bijzonderheden worden vermeld, waarop
bij eene tactische verkenning moet worden gelet.
Verder wordt gezegd, dat de omschrijving van „dijkjes of galan-
gans" beter in 3 op hare plaats ware geweest dan in 15 lett. 1.
Dit wordt niet ingezien.
Onder „galangans" worden verstaan aardophoogingen in sawah-
t er rein, om het water voor den rijstbouw tijdelijk op te houden, ter
wijl „dijkjes" zijn aardophoogingen als waterkeering in het algemeen
of als wegen door moerassige gedeelten van den bodem.
Ten rechte werd dan ook in de beschrijving van „droge vlakten" (2e
alinea van §3) gezegd, „dat zij doorheggen (paggers), struik
gewas, galangansenz. in grootere of kleinere gedeelten zijn ver
beeld", terwijl in §15 lett, 1 met opzet onderscheid is gemaakt tus-
schen dijkjes en galangansomdat beide soorten van aardophoo
gingen in moerassen kunnen worden aangetroffen en van belang te
achten zijn bij eene tactische verkenning.
§16. Dat in deze paragraaf gesproken wordt van „gemeente" en
dat „schapen", als tot den veestapel behoorende, zijn vermeld, wordt
niet goedgekeurdomdat het eerste letterlijk is overgenomen uit
het Nederlandsche Voorschrift en omdat „schapen" als voedingsar
tikelen in den Indischen archipel buiten beschouwing kunnen blijven.